Het strafrechtelijk onderzoek naar Joris Demmink neemt nog het hele jaar in beslag, maar in een civiele procedure tegen de oud-topambtenaar vinden deze maand al getuigenverhoren plaats. Met als eerste getuige dinsdag een man die als minderjarige jongen werd gedwongen tot prostitutie en die naar eigen zeggen eenmalig Demmink als klant had. Al laat zijn geheugen hem op cruciale momenten in de steek.
Door Joris Rietbroek
Geruchten over seksueel misbruik van jonge jongens door de gepensioneerde topambtenaar van Veiligheid en Justitie gaan al jaren, maar tot een strafrechtelijk onderzoek kwam het tot eind vorig jaar nog niet. In de Utrechtse rechtbank komen deze maand al negen getuigen aan het woord in de civiele procedure die is gestart door stichting De Roestige Spijker, opgericht en gefinancierd door de ondernemersfamilie Poot. De familie meent dat zij mede door toedoen van Demmink voor vele miljoenen het schip in zijn gegaan met hun Chipshol-project.
Met de procedure hoopt de stichting vooruitlopend op de uitkomst van het strafonderzoek – die los staat van deze civiele procedure – meer bewijs tegen Demmink te verzamelen. Daarnaast moet de procedure voorkomen dat de stichting in het nauw zou komen, mocht zij besluiten de Engelstalige documentaire Dutch Injustice: When Child Traffickers Rule A Nation uit 2012 verder te verspreiden en van ondertiteling te voorzien. Ook al volgt er in deze civiele zaak geen rechterlijke uitspraak, eventuele bewijzen die aan het licht komen kunnen grote gevolgen hebben voor het strafonderzoek.
In de documentaire – die overigens gewoon op YouTube staat – wordt Demmink openlijk wordt beschuldigd van seksueel misbruik van dan wel ontucht met minderjarige jongens. De Roestige Spijker wil echter meer zekerheid over waar zij staat. Demmink liet eerder weten verdere openbaarmaking van de documentaire als onrechtmatig te beschouwen.
Slechte jeugd
In deze door twee Amerikaanse stichtingen in Amsterdam gefilmde documentaire komt een man genaamd Bart uitgebreid aan het woord. Hij werkte er aan mee op verzoek van advocate Adele van der Plas, die tevens twee Turkse mannen bijstaat die stellen door Demmink te zijn misbruikt. Dinsdag in een volle zittingszaal in Utrecht is Bart de eerste getuige die in een eerste verhoor in de Demmink-zaak onder ede zijn verhaal doet. “Ik blijf volledig achter alles staan wat ik in de film heb gezegd. Ook onder ede.” Een verhaal dat begint met een slechte jeugd, gescheiden ouders en een ‘dominante, egocentrische’ vader die aan de drank is. Op 14-jarige leeftijd ontvlucht hij Limburg – ‘eerst met bus 73 naar Weert’ – en vertrekt hij per trein naar Amsterdam, waar hij op het station een man ontmoet die hem onderdak en eten aanbiedt.
De volgende morgen ontwaakt hij naakt en wordt hij gechanteerd met naaktfoto’s die van hem zouden zijn genomen. Hij wordt gedwongen om in Amsterdam in de kinderprostitutie te werken, wat hij drie tot vier jaar zal doen. Ook moet hij geregeld werken vanuit de Festival Bar, waar hij op een avond – circa 1988, hij is inmiddels 15 – door een betrokken universitair professor Van Roon (hoofdverdachte in het mislukte Rolodex-onderzoek in 1997) wordt voorgesteld aan ‘een belangrijke man’ die Joris heet. Wie het precies is, weet hij op dat moment niet. Bart stapt bij hem in de auto en verricht seksuele handelingen bij hem, waar hij 250 gulden voor krijgt. “Dat weet ik nog heel goed, omdat ik nog nooit een paars briefje in mijn handen had gehad.” De tweede ontmoeting met deze Joris is meteen de laatste; er ontstaat ruzie omdat Bart niet mee in de auto naar Den Haag wil. Er vindt die keer geen seksueel contact plaats. De chauffeur die getuige moet zijn geweest van de eerste ontmoeting, overleed ‘onder verdachte omstandigheden’ daags voordat hij in een onderzoek verhoord zou worden.
Balkje
Ruim 15 jaar later, in 2003, valt naar eigen zeggen het kwartje als hij een artikel leest in tijdschrift Panorama over jongensprostitutie in Eindhoven: hij moet toen in 1988 bij Joris Demmink in de auto hebben gezeten. Op de vraag van de rechter-commissaris hoe hij Demmink herkende, of wat het was in het artikel dat hem tot die herkenning bracht, kan hij in eerste instantie geen antwoord geven. Even later zegt hij dat er een foto van Demmink bij het stuk stond, met een balkje over de ogen. Kritischer getinte vragen hierover van de rechter-commissaris of advocaat Harro Knijff – die Demmink bijstaat – irriteren hem. Een omschrijving geven van zijn uiterlijk in 1988 lukt nauwelijks – ‘man in pak, donker haar’ -. “Ik weet gewoon 100% zeker dat het hem was.”
Knijf valt over een detail in een opmerkelijk deel van het verhaal waarin Bart van Amsterdam eenmalig naar huis was gevlucht en in een pleeggezin werd opgenomen. Volgens zijn verklaring vond de Amsterdamse GGD-arts Raphaël Beth hem in Limburg nadat zijn moeder deze arts had verteld waar hij zat. De arts lichtte zijn pooiers in, waarop hij door zijn pooier werd gebeld op een ‘aquablauw mobiele telefoon’. “Dat moet begin jaren negentig zijn geweest, toen waren er nog nauwelijks mobiele telefoons,” merkt Knijff op. “In mijn herinnering had ik er toch echt een,” antwoordt de getuige enigszins getergd.
Andere Joris
Vragen van Knijff over eerdere uitlatingen gedaan op internet, die eenvoudig zijn te herleiden tot zijn getuigenis in de Utrechtse rechtbank, maken hem boos. “Bent u ooit bij professor Van Roon thuis door Demmink misbruikt?” vraagt Knijf. “Op internet claimt u van wel.” De advocaat wil onder meer van hem weten of hij in een van de jongensbordelen Marc Dutroux wel eens heeft ontmoet. Of hij wist dat Demmink belastende informatie over Prins Claus had. Of hij weet dat er al eens een ambtenaar die Joris heet is veroordeeld voor ontucht. Bart weigert te antwoorden. “In dit digitale tijdperk kan iedereen wel wat opschrijven. Het komt mij niet bekend voor.”
De overige getuigenverhoren vinden tot en met eind maart plaats in de Utrechtse rechtbank. Onder meer twee oud-gevangenisdirecteuren die in 1992 met Demmink op dienstreis waren, een oud-stafmedewerkster van het ministerie van Veiligheid en Justitie en twee Turkse mannen die zeggen in de jaren negentig door Demmink te zijn misbruikt, komen aan het woord.