Het college van toezicht (CvT) van de Orde van Advocaten spoort de dekens aan om in het dekenberaad sneller en slagvaardiger te besluiten over het toezichtbeleid. Dit staat in het donderdag gepubliceerde jaarverslag 2018 van het CvT. Een ander zorgenkindje: ‘meer dan incidentele signalen’ van zwak presterende advocaten.
Het college stelt voorop dat het toezicht door de dekens afgelopen jaar stappen vooruit heeft gemaakt. Zo is er concreet beleid geformuleerd op het gebied van risico-gestuurd toezicht. ‘Tegelijkertijd is het college van mening dat het sneller moet. Voorwaarde daarvoor is wel dat het dekenberaad slagvaardiger optreedt. In het dekenberaad moeten de dekens tot overeenstemming zien te komen over het te voeren beleid en dat kost vaak (te) veel tijd.’
Dat de uitvoering van deze besluiten soms ook langzaam verloopt, heeft volgens het CvT te maken met de capaciteit en financiële armslag van de bureaus van de lokale orde. Hier uitte het college ook een jaar geleden al zijn zorgen over. ‘Bureaus in grote arrondissementen hebben meer mogelijkheden dan bureaus in kleinere arrondissementen,’ aldus het college. ‘Daar moet een oplossing voor komen.’
Een andere aanslag op de capaciteit van de bureaus zoals gesignaleerd door het CvT: klagers die ‘door hun wijze van optreden veel capaciteit van de dekens en hun medewerkers vergen’. Het risico bestaat dat de aandacht voor deze veel-klagers ten koste gaat van andere taken van de dekens.
Het college constateert verder dat er sinds de invoering van het nieuwe toezichtsysteem in 2015 vooruitgang is geboekt bij de vergroting van de integriteit van de advocatuur en de kwaliteit van de dienstverlening. ‘Bij de klachtbehandeling valt duidelijk waar te nemen dat de dekens alert reageren en bijvoorbeeld vaker gebruik maken van het dekenbezwaar en consequenter een dekenstandpunt formuleren dan voorheen.’
Dat neemt niet weg dat het college ook via meerdere bronnen signalen krijgt dat er ‘meer dan incidenteel advocaten zijn die te zwak presteren.’ Een moeilijk probleem om aan te pakken, omdat de kwaliteit van dienstverlening nu eenmaal lastig meetbaar is en omdat niet altijd duidelijk is of matig presteren incidenteel of structureel van aard is.
‘Het is voor dekens moeizaam om effectief op te treden zolang geen sprake is van duidelijk ondermaatse kwaliteit,’ zo staat in het jaarverslag. ‘Bij gebrek aan duidelijkheid kunnen dekens geen objectief onderbouwd dekenbezwaar opstellen. Soms wordt dan op een meer informele wijze ingegrepen. Daar komt bij dat een grondige beoordeling van de kwaliteit arbeidsintensief is.’ Als er aanwijzingen zijn dat de kwaliteit te wensen overlaat, kunnen de dekens dossiers meenemen om op het bureau te beoordelen, eventueel met behulp van externe advocaten.
Per 1 januari 2019 bestaat het college van toezicht uit de kroonleden Andrée van Es en Jeroen Kremers en de algemeen deken Johan Rijlaarsdam (voorzitter).
Het jaarverslag 2018 van het CvT is hier te downloaden