Een Kamermeerderheid verzet zich tegen het plan van het kabinet om het tuchtrechtelijke hoger beroep van notarissen, advocaten en gerechtsdeurwaarders bij één gerechtelijke instantie onder te brengen. Dat bleek afgelopen woensdag tijdens een Algemeen Overleg van de Vaste Kamercommissie van Justitie.
Staatssecretaris Albayrak van Justitie ziet geen reden om de tuchtrechtcolleges in eerste aanleg samen te voegen, maar voor het hoger beroep ‘ligt dat anders’. ‘Het kabinet meent dat hier in beginsel een taak is weggelegd voor de reguliere rechtspraak, overeenkomstig de huidige situatie bij de meerderheid van de beroepen,’ aldus Albayrak in een brief van 7 december 2007 aan de Tweede Kamer.
Het Hof van Discipline en de Nederlandse Orde van Advocaten hebben geprotesteerd tegen de voorgestelde constructie. Volgens de organisaties is de onderbrenging van de advocatuurlijke tuchtrechtspraak in hoger beroep bij de rechterlijke macht principieel onjuist. ‘Hij moet als advocaat, de belangen van zijn cliënt in onafhankelijkheid – ook van de rechterlijke macht – kunnen behartigen. De vraag of een advocaat bij zijn optreden in strijd heeft gehandeld met de voor hem geldende professionele normen, is dan ook een vraag die door de gespecialiseerde tuchtrechter moet worden beantwoord en niet door de gewone rechter,’ aldus het Hof en de Orde in een brief aan de Tweede Kamer.
Een Kamermeerderheid steunt het argument van het Hof en de Orde, zo bleek woensdag. Albayrak probeerde het tij te keren door te beweren dat de nieuwe constructie geen verandering beoogt aan te brengen in het bestaande ‘rechtsstatelijke evenwicht’, maar PvdA, VVD en CDA lieten zich niet overtuigen.