De wet waardoor alleen Haagse advocaten in civiele cassatiezaken bij de Hoge Raad mochten optreden, is verouderd. Daar komt met het in werking treden van de wet Versterking cassatierechtspraak op 1 juli aanstaande verandering in; het Haagse monopolie is dan verleden tijd. Bovendien moeten de advocaten voortaan voldoen aan bepaalde eisen. Dat zou de kwaliteit ten goede moeten komen, maar niet iedereen is blij met de wetswijziging. “Het wordt een elitaire sport van de grote kantoren.”
Door Sanne van Brunschot
Eigenlijk bevestigt de wetgever wat de laatste jaren al praktijk was geworden. Met een omweg doen ook nu al advocaten uit de rest van het land cassatiezaken; ze nemen alleen een ‘postbusadvocaat’ uit Den Haag in de arm om beroep voor ze in te dienen bij de Hoge Raad (HR).
Wel nieuw is het feit dat voortaan uitsluitend gekwalificeerde advocaten bij de Hoge Raad kunnen optreden. Acht jaar geleden stelde een Commissie cassatieadvocatuur in een rapport aan toenmalig minister Donner van Justitie voor om een ‘cassatiebalie’ in te stellen waarbij je alleen aangesloten kan worden op grond van specifieke kennis en ervaring. Op 4 oktober 2011 werd het wetsvoorstel Versterking cassatierechtspraak aangenomen, waarmee advocaten die civiele cassatiezaken willen doen voortaan inderdaad moeten voldoen aan kwaliteits- en ervaringseisen. Aanstaande zondag treden de aanpassing van de Advocatenwet, de Verordening vakbekwaamheidseisen civiele cassatieadvocatuur en het bijbehorende Reglement in werking.
De Verordening kent een systeem van drie soorten aantekeningen voor advocaten bij de Hoge Raad: de voorlopige inschrijving, de inschrijving en de verlenging van de inschrijving. Voor elk van deze aantekeningen gelden specifieke vereisten, zoals een stageverklaring, mondeling toelatingsexamen en voldoende Permanente Opleidingspunten (PO’s) voor een voorlopige inschrijving en genoeg ‘vlieguren’, PO’s en het halen van een proeve van bekwaamheid voor de inschrijving. Om als cassatieadvocaat aan te blijven moeten de vlieguren en PO’s ook bij de verlengde inschrijving steeds voldoende zijn.
De Hoge Raad Klaagt
Jan Wouter Alt van Alt Kam Boer Advocaten in Den Haag en bestuurslid van de Vereniging Civiele Cassatie Advocaten (VCCA) denkt dat de strengere eisen goed zijn voor het behoud van de kwaliteit in de beroepsgroep. “Alleen diegenen die weten wat te doen kunnen straks het vak uitoefenen.” Want het is wel degelijk een specialisme. “Naast het betreffende materiële recht moet je vooral ook je weg weten in het burgerlijk procesrecht. Je kijkt in retrospectief of het Hof zijn werk goed heeft gedaan.”
Tot op heden was de enige vereiste het ingeschreven zijn bij de Haagse balie. Alt sluit niet uit dat er advocaten zullen zijn die nu cassatiezaken doen, maar die straks – na de overgangsperiode van twee jaar – niet aan de vereisten blijken te voldoen. “De HR klaagt over beroepen die niet ingesteld zouden moeten worden. Dat kan zijn om de selectie, maar ook om de vorm waarin de middelen door advocaten zijn gegoten.” In de toelichting bij de Verordening is te lezen dat dat inderdaad een van de redenen is voor de nieuwe wet: ‘Met het stellen van kwaliteitseisen aan advocaten wordt beoogd dat bij beroepen in cassatie kwalitatief deugdelijke schrifturen worden ingediend. De HR kan zijn kerntaken immers pas dan optimaal vervullen als hem cassatiemiddelen worden voorgelegd die aan de eisen voldoen en vragen van rechtseenheid, rechtsontwikkeling en rechtsbescherming aan de orde stellen.’
Alt denkt dat het beroep van cassatieadvocaten iets meer op de voorgrond wordt gezet. “Het accent verschuift, ik denk dat het minder erbij gedaan kan worden. De opzet is toch dat je het veel doet en dat kan eigenlijk alleen als je er je hoofdmoot van maakt.” Het enige gevaar is volgens Alt dat advocaten die net zijn begonnen, om aan de vereiste vlieguren te komen, mogelijk zaken doorzetten waarvan de slagingskans gering is. Dat zou overigens weinig zin hebben omdat die zaken naar verwachting bij het eveneens per 1 juli 2012 ingevoerde artikel 80a RO er bij de poort door de Hoge Raad uitgefilterd worden.
Nu men niet meer gebonden is aan het Haagse, zullen er zeker advocaten zijn uit andere delen van het land die de cassatiepraktijk altijd interessant hebben gevonden en die nu de kans grijpen, denkt Alt. Of advocaten die het vroeger deden en die het nu weer gaan oppakken. Ook zullen er advocaten zijn die nu in de omgeving van Den Haag wonen, die graag ergens gaan wonen waar je kunt ‘rondlopen in het groen’. “Het kan allemaal met de nieuwe wet.” Voor groeiende concurrentie is Alt evenwel niet bang. “Nee, ik denk dat er eerder meer werk van komt. De nieuwe toetreders moeten aan al die eisen gaan voldoen. De wetgever heeft het wel open willen stellen, maar niet zodanig dat iedereen zomaar beroep kan instellen bij de Hoge Raad.”
Elitaire sport van de grote kantoren
Over de op handen zijnde wijzigingen hoort Alt over het algemeen positieve berichten. “Kwaliteitsverbetering kan alleen maar positief werken, zo denken de meesten.” Er zijn echter ook tegenstanders. Zoals Eduard van Staden ten Brink. “De cassatieadvocatuur wordt een elitaire sport van de grote kantoren. De gewone cassatie wordt doodgemaakt,” zegt hij direct. “Ze zeiden dat het wordt opengesteld, maar ze leren het niemand, er is geen opleiding voor. Je moet het leren door bij een kantoor te gaan zitten, en dat kan alleen bij de grote kantoren.”
Van Staden denkt dat de Haagse advocaat massaal zal afhaken, omdat het niet meer rendabel is. “Ze hebben het er niet voor over om aan de vereisten te voldoen. Je moet ontzettend veel negatief adviseren. Bij mij is dat 90 à 95 procent, bij de rest van de zaken kun je het dan proberen. Straks raak je de hopeloze zaken niet meer kwijt.” Als het aan hem ligt stopt hij per 1 juli 2014. “Ik ben al oud en als de overgangsperiode afloopt ga ik echt niet meedoen aan het aan de lopende band negatief adviseren.”
Van Staden is het er overigens mee eens dat er iets moet veranderen. “De kwaliteitsverbetering zal zitten in het feit dat er mensen uitgaan die hun werk nu niet goed doen. Wat er soms aan de Hoge Raad wordt voorgelegd is van een treurigheid, daar wordt je akelig van,” zegt hij. “Maar je kan de Hoge Raad niet op slot doen. Binnenkort kun je voor cassatie nergens meer terecht, behalve bij de Zuidas, waar dan een flink prijskaartje aan hangt.”