Vorige week vrijdag stuurde demissionair minister Hirsch Ballin van Justitie een brief naar de Tweede kamer over onder meer het toezicht op de advocatuur. De minister denkt aan onafhankelijk toezicht “binnen de Orde van Advocaten”. Een dag ervoor maakte de Orde bekend dat het zelf uitgezette onderzoek door Arthur Docters van Leeuwen op 8 april openbaar wordt gemaakt. Algemeen deken Jan Loorbach: “We waren wel enigszins verrast. Het was wel stevig ingezet.”
Loorbach: “We wisten dat hij er mee bezig was, maar dat hij er nu mee komt, is wel een verassende timing. Maar zijn brief gaat over drie beroepen, niet slechts de advocatuur. Dat hij niet heeft willen wachten, dat is een feit.”
Hirsch Ballin laat wel weten te zullen wachten op het rapport van Van Leeuwen met de verdere uitwerking over het toezicht op de advocatuur, en noemt de brief bij monde van een woordvoerder een “overkoepelende visie op de beroepsgroepen”. Ook is er een “uitwisseling van standpunten en informatie” geweest tussen Justitie en Docters van Leeuwen, aldus de woordvoerder.
Hirsch Ballin lijkt de discussie met zijn brief wel stevig af te bakenen. De Orde voelt zich door het standpunt van de minister echter niet buitenspel gezet. “Hij mag iets vinden,” zegt Loorbach. “Het is wel stevig ingezet, met een persbericht erbij. Maar een brief aan de Kamer is ook maar een brief aan de Kamer. Het is een kader voor overleg, maar we denken dat er voldoende ruimte is voor debat en onze eigen inbreng.”
Binnen de Orde
De toezichthouder moet “binnen” de Orde komen, schrijft Hirsch Ballin. “Wat hij bedoelt met ‘binnen’, moet ik nog beter gaan begrijpen. Waar het om gaat is de onafhankelijkheid van het toezicht. Maar het roept ook vragen op over hoe dat toezicht weer wordt gecontroleerd, en door wie het wordt betaald.” Misschien wel door de orde zelf? “Wie weet.”
Inhoudelijk was de brief minder verassend, vindt Loorbach. “Niet onverwacht is dat men verder wil met het toezicht buiten de advocatuur zelf. Er wordt gesproken over volledig toezicht, wat daar dan ook onder wordt verstaan.” Loorbach ziet de keuze voor toezicht buiten de advocatuur, zoals de minister wil, in een grotere maatschappijbrede verschuiving van een vertrouwens- naar een toezichtsmaatschappij.
In de brief van vrijdag staan geen harde feiten over misstanden. Dat is Loorbach niet ontgaan: “Er zijn zorgen over de integriteit van de advocatuur, maar dat is in deze brief hoofdzakelijk gebleven bij theoretische zorgen. In de brief zelf wordt alleen als concrete aanleiding verwezen naar oneigenlijk gebruik van derdengelden. De theoretische grondslag lijkt voor de minister zwaarder te wegen.”
Contouren
Loorbach heeft nog geen kennis van het rapport Docters van Leeuwen. “Maar wij ontwaren wel contouren. Verder willen we er nog niet op vooruitlopen. Wij krijgen het eind maart, onder embargo voor de officiële publicatie op 8 april. Wij zullen het dan met het bestuur bespreken en overleggen met de dekens.” Op 28 april komt er een extra vergadering met het College van Afgevaardigden over het rapport van Docters van Leeuwen.
De kans bestaat dat de soep niet zo heet zal worden gegeten, maar nog een tijdje terug de koelkast in gaat. Orde van de dag schreef daarover maandag: “Een medewerker van VVD-kamerlid Fred Teeven laat weten dat het onderwerp door de Kamer ‘controversieel’ zal worden verklaard, waardoor het pas door de Kamer in nieuwe samenstelling zal worden behandeld.”