In de jaren voor het faillissement van het Rotterdamse advocatenkantoor Iustificatio vorige maand, had de Belastingdienst het kantoor meerdere boetes opgelegd. Het kantoor had volgens de fiscus omzet verzwegen, blijkt uit het eerste openbare faillissementsverslag van curator J. Thiele. De Belastingdienst is tevens de partij die het faillissement had aangevraagd.
Van 2006 tot 2010 was het kantoor van advocaat Bas van Leeuwen volgens het verslag nog een detectivebureau, genaamd Ius Forensic Lawyers. In maart 2010 volgde de overstap naar de advocatuur. In 2014 had het kantoor een stagiaire die Accountancy studeerde en die aan Van Leeuwen de tip gaf dat het fiscaal interessant zou zijn om de toenmalige eenmanszaak voor te zetten als een BV met een holding erboven.
De eenmanszaak moest vervolgens worden ingebracht in de nieuwe BV. Dit gebeurde echter niet, volgens Van Leeuwen door een fout van zijn voormalige boekhouder. De Belastingdienst meldde zich al snel: de daling van de omzet van de eenmanszaak en de omzetstijging van de BV Iustificatio was volgens de fiscus niet te verklaren. Bovendien klopten volgens de kwartaalcijfers niet, waarop boetes volgde.
Op 1 januari 2017 kreeg het kantoor opnieuw een naheffing, dit keer wegens het verzwijgen van omzet. Dit leidde tot de schulden bij de Belastingdienst waardoor het faillissement zou zijn aangevraagd. Daarbij speelden er problemen met het personeel.
Opvallend genoeg werden de activiteiten van Iustificatio al een jaar voor het faillissement gestaakt en overgedragen naar Lyonwood Law & Litigation, het nieuwe kantoor van Van Leeuwen.
Volgens het faillissementsverslag geven de jaarcijfers van Iustificatio over 2016 en 2017 ‘een weinig betrouwbaar beeld’: de huidige boekhouder stelt dat de cijfers niet kloppen vanwege problemen met de vorige boekhouder.