Een advocaat is op 10 maart door de Raad van Discipline van Amsterdam gewaarschuwd, nadat een eerst vriendschappelijke en later ook zakelijke relatie met een cliënt compleet uit de hand was gelopen. De advocaat bezondigde zich aan scheldpartijen per e-mail en sms, en was pas na bemiddeling door de deken bereid om het procesdossier over te dragen aan de opvolgende advocaat.
Het begon volgens de klager allemaal met ‘onbeschoft’ gedrag van de advocaat tijdens een vistocht. Daarna wordt eerst de vriendschappelijke relatie opgezegd, en later ook de zakelijke. Dat gaat gepaard met e-mails en sms’jes die steeds beledigender van toon worden. In het begin is er sprake van een “nichterige natrap”, later wordt klager door de advocaat een “pisnicht” en een “vuile leugenaar” genoemd. Slotwoorden: “Je bent echt volslagen gek en hulpbehoevend”.
De advocaat stelt dat hij door de cliënt met de dood is bedreigd. De Raad van Discipline daarover: “De raad overweegt dat het in het belang is van een goede beroepsuitoefening dat advocaten zich onthouden van uitlatingen die als onnodig kwetsend of grievend moeten worden aangemerkt. De uitlatingen van verweerder jegens klager als hiervoor opgenomen zijn naar het oordeel van de raad onnodig grievend, zelfs als juist is dat klager verweerder heeft bedreigd. Dit klachtonderdeel is daarom gegrond.”