De situatie van Joe Jay de Haas is penibel. De ambiërend advocaat ziet zijn droom om de Nederlandse advocatuur in te gaan vervliegen door de Brexit. Zijn situatie laat goed zien dat ook de advocatuur getroffen wordt door het uittreden van het Verenigd Koninkrijk uit de EU. Hoe zit het precies?
Geboren in Engeland, besloot De Haas na zijn Nederlandse middelbare schooltijd in Bristol zijn Bachelor of Laws te behalen. Later rondde hij een master Rechtsgeleerdheid af in Amsterdam, om vervolgens zijn beroepsopleiding tot advocaat weer aan de andere kant van de Noordzee te volgen. Bewuste keuzes, want destijds was er (politiek gezien) geen vuiltje aan de lucht: het Verenigd Koninkrijk leek een vaste waarde in de Europese Unie, en De Haas’ Britse diploma’s zouden onder artikel 2 lid 4 geen sta-in-de-weg vormen om ook in Nederland als advocaat te kunnen werken.
Aanvullende bachelor vakken
Na zijn beroepsopleiding werkt De Haas een korte periode in de Londense City, maar keert vervolgens toch terug naar Nederland. Hier krijgt hij nu de kans om advocaat te worden bij De Vries & Kasem Lawyers in Amsterdam, waar hij al als jurist werkt. De Haas: “Ik wil al sinds kleins af aan advocaat worden en nu wordt mij de mogelijkheid geboden. Ook ben ik bekend met artikel 2 lid 4 van de advocatenwet en zodoende weet ik dat ik me met mijn diploma’s in Nederland kan inschrijven. Dat heb ik dus ook geprobeerd.”
In het bewuste artikel wordt echter aangegeven dat inschrijvingen, waarbij de aanvrager een rechtenopleiding heeft genoten in een andere EU-lidstaat, worden onderzocht. Eventueel kan bijvoorbeeld worden geëist dat aanvullende examens noodzakelijk zijn. Dat is precies wat gebeurt in het geval van De Haas: “De NOvA wees mijn verzoek tot inschrijving af en gaf aan dat ik vijf aanvullende bachelor vakken moet afronden voordat ik word toegelaten tot de beroepsgroep.”
Geen garantie
De Haas heeft hiervoor begrip: “Waarschijnlijk moet ik enkele vakken volgen om verschillen tussen het Britse en Nederlandse rechtssysteem te overbruggen. Dat begrijp ik. Ik wil echter de garantie hebben dat als ik mijn examens heb afgerond, ik ook daadwerkelijk wordt toegelaten, ongeacht de politieke status van het Verenigd Koninkrijk op dat moment.”
Deze garantie heeft hij nu niet. Als hij zich inschrijft voor de bachelorvakken, kan hij pas examen afleggen in de zomer van 2020. In principe is het Verenigd Koninkrijk dan vertrokken uit de EU, waardoor zijn bachelorsdiploma dan in zijn totaliteit als niet-afkomstig uit een EU-lidstaat wordt beschouwd. Het afleggen van de aanvullende examens is dan voor niets geweest.
Bezwaar
Hier zit het pijnpunt voor De Haas: “Met zo’n opleiding gaan veel pijn, moeite en kosten gepaard. Bij een Brexit is dit dan allemaal voor niets geweest. Ik heb daarom bezwaar gemaakt tegen een gedeelte van de uitslag van mijn verzoek tot inschrijving bij NOvA. De orde gaf in de uitslag namelijk aan dat ik mij na het behalen van de aanvullende vakken kan inschrijven, maar dat dit ‘onder voorbehoud van wijzigingen met betrekking tot het Verenigd Koninkrijk’ is.”
De Haas beroept zich bij dit bezwaar op het moment waarop hij zijn bachelor afrondde: “Ik heb aangegeven dat ik mijn bachelor behaalde in 2011, toen het Verenigd Koninkrijk nog gewoon onderdeel was van de EU. Hierdoor voldoe ik in mijn ogen aan de vereisten van artikel 2 lid 4: ik heb mijn bachelor afgerond in een EU-lidstaat. Een eventuele latere uittrede van het VK doet aan dit feit geen afbreuk.”
Daarnaast heeft De Haas gevraagd om een uitzondering op basis van ‘redelijkheid en billijkheid’: hij wil een garantie dat enkel zijn aanvullende examens straks voldoende zijn voor een inschrijving. De Brexit valt namelijk buiten zijn invloedssfeer en doet volgens hem geen afbreuk aan de kwaliteit van het door hem genoten onderwijs.
Afgewezen
Het bezwaar van De Haas is echter niet-ontvankelijk verklaard, omdat er de facto nog geen sprake is van een Brexit. Volgens de NOvA zijn er daarom nu nog geen rechtsgevolgen. Dit werd De Haas ook duidelijk gemaakt tijdens een hoorzitting: “Tijdens de hoorzitting werden mijn punten direct van de hand gewezen. Ook werd mij duidelijk dat de NOvA zelf in een lastig parket zit wat betreft de Brexit. Het is momenteel een onduidelijke situatie, ook voor hen. Ze wachten op instructies vanuit het ministerie en bovendien gaven ze aan dat mijn situatie uitzonderlijk is.”
Toch hoopt De Haas dat er snel duidelijkheid komt, want hij vermoedt dat er ook mensen met Britse wortels – of een Brits diploma – uit andere beroepsgroepen tussen wal en schip vallen. Daarnaast is hij van plan de gevraagde bachelorvakken gewoon af te ronden en vervolgens weer een verzoek tot inschrijving in te dienen. “Als ik dan door de Brexit toch word afgewezen, dan maak ik weer bezwaar. Desnoods bij de bestuursrechter. Ik gooi de handdoek in ieder geval niet in de ring.”
De Brexit-perikelen zijn onafgebroken in het nieuws: Boris Johnson kwam vorige week tot een deal met de EU, maar kreeg afgelopen weekend geen groen licht in het Lagerhuis. In het Brexit-conceptakkoord is een bepaling voor de erkenning van beroepskwalificaties (hoofdstuk 3 van titel 2) opgenomen. Deze moeten worden erkend tot het einde van de transitieperiode; tot december 2020. De erkenning van universitaire diploma’s wordt echter niet genoemd.
De Nederlandse Orde van Advocaten heeft nog niet gereageerd op vragen van Advocatie over de status van Nederlands-Britse advocaten – of advocaten in spe zoals De Haas – als gevolg van de Brexit.