De rechtbank Oost-Brabant heeft geoordeeld dat het Eindhovense VMBS Advocaten (14 advocaten) een algemene voorwaarde moet vernietigen die de aansprakelijkheid van het kantoor te veel beperkt. Het kantoor haalt in reconventie alsnog zijn gram: een ontevreden cliënt moet onbetaalde facturen à 34.000 euro alsnog voldoen.
Een voormalig advocaat van het kantoor stond per juni 2009 vastgoedbedrijf Cervix bij in een geschil met een projectontwikkelaar. Voor verschillende juridische diensten van december 2010 tot en met december 2011 stuurde VMBS facturen ter waarde van bijna 34.000 euro, maar die betaalde het bedrijf niet uit ontevredenheid: de advocaat zou fouten hebben gemaakt.
Een opdracht om hoger beroep in te stellen aanvaardde het kantoor vervolgens niet, omdat de rekeningen nog niet waren voldaan. Vervolgens kreeg Boels Zanders deze opdracht, maar bij dit kantoor vergat een advocaat volgens Cervix hoger beroep in te stellen, zo blijkt uit de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant van 23 november.
Niet alleen eist Cervix in deze zaak een schadevergoeding van ruim drie ton van VMBS als gevolg van vermeende beroepsfouten, ook vordert het bedrijf een verklaring voor recht dat de ‘onredelijk bezwarende’ algemene voorwaarden van VMBS worden vernietigd, of dat deze in ieder geval niet van toepassing zijn op het bedrijf of de aangegane rechtsverhouding met het advocatenkantoor. Daarnaast stelt het bedrijf dat ‘VMBS toerekenbaar tekort is geschoten in de met Cervix c.s. gesloten overeenkomst van opdracht […] en schadeplichtig is geworden jegens Cervix c.s.’.
De rechter wijst vernietiging van alle algemene voorwaarden af, maar komt het vastgoedbedrijf tegemoet als het gaat om het toenmalige artikel 6 uit de algemene voorwaarden. In dat artikel staat: ‘Onverminderd het bepaalde in artikel 6:89 BW, vervalt het recht op schadevergoeding in ieder geval 12 maanden na de gebeurtenis of het nalaten waaruit de schade direct of indirect voortvloeit en waarvoor VMBS aansprakelijk is’.
Dat beding is inderdaad onredelijk bezwarend en moet worden vernietigd, stelt de rechter. ‘Tussen Cervix c.s. en VMBS bestaat een langjarige relatie en er is een zekere mate van afhankelijkheid van Cervix c.s. ten opzichte van VMBS. […] Tekortkomingen van VMBS en mogelijk voor Cervix c.s. daaruit voortvloeiende schade zullen onder die omstandigheden niet steeds binnen de termijn van 12 maanden aan het licht komen. Gelet op deze omstandigheden worden de belangen van Cervix c.s. in verhouding tot de belangen van VMBS door deze bepaling onevenredig getroffen’.
Een ander door Cervix bestreden beding uit de algemene voorwaarden, waarin VMBS zich het recht voorbehoudt om bij niet betaling van facturen de werkzaamheden op te schorten, acht de rechter niet onredelijk. Ook de geëiste schadevergoeding van ruim drie ton wordt afgewezen: ‘De door Cervix c.s. gestelde tekortkomingen in het buitengerechtelijke traject kunnen geen grond vormen voor toewijzing van de schadevergoeding’. Daarbij vergat Boels Zanders hoger beroep in te stellen, niet VMBS, bevestigt de rechtbank.
In reconventie oordeelt de rechter wel dat Cervix diverse onbetaalde facturen in de procedure – ter waarde van bijna 34.000 euro alsnog moet betalen aan VMBS.