Een advocaat wordt in 2009 door de kantonrechter vrijgesproken van een snelheidsovertreding, maar moet voor die vrijspraak wel diep in de buidel tasten. Althans… Zijn advocaat, tevens kantoorgenoot, dient een rekening in van 6.827 euro. De vrijgesproken advocaat probeert vervolgens de kosten via een 591a Sv-procedure vergoed te krijgen, maar hij vindt het gerechtshof Arnhem op zijn weg. “Het een en ander doet het hof ernstig twijfelen aan het realiteitsgehalte van de beide declaraties.”
”Beide declaraties”, want de raadsman van de advocaat presteerde het om eerst een declaratie in te dienen van 5.851 euro, maar daar vervolgens nog eens duizend euro bovenop te gooien omdat hij zich had vergist in het uurtarief. Dat was namelijk 245 euro, in plaats van 210.
Volgens het hof zijn er meerdere redenen om aan te nemen dat het zaakje stinkt. In geding was een “eenvoudige snelheidsovertreding”, en de zaak was omvangrijk noch complex, aldus de rechter. “Dat brengt het hof tot het oordeel dat de tijd die volgens de overlegde specificatie aan de zaak zou zijn besteed, en het gehanteerde uurtarief bovenmatig geacht moeten worden.” Ook de zakelijke relatie tussen de advocaten speelt een rol, meent het hof. “Daarbij heeft het hof in acht genomen dat de appellant zelf advocaat is en is bijgestaan door een kantoorgenoot.”
Niet alleen wordt het verzoek om vergoeding van de kosten van rechtsbijstand afgewezen, datzelfde geldt de gevraagde schadevergoeding “die hij tengevolge van het tijdsverzuim door de behandeling van de zaak ter terechtzitting heeft geleden”. “Het hof ziet daarom, alle omstandigheden in aanmerking genomen, geen gronden van billijkheid om enige vergoeding in de kosten van de raadsman aan appellant toe te kennen (…).”