De Raad van Discipline besliste op 21 april jongstleden dat twee advocaten van Stibbe, T. de Greve en M. Kaajan, te lang hebben getreuzeld om wederpartij Chipshol op de hoogte te stellen “over hun voornemen om een kort geding aanhangig te maken” over een executiegeschil. Ze namen er twee uur voor. Ook de advocaat van Chipsol liet steken vallen, stelt de Raad.
De advocaat van Chipshol, H. van Schie, faxt op 11 juli 2007 om 16.36 uur aan de Stibbe-advocaten – zij traden op voor Schiphol – dat er de volgende ochtend een orginele bankgarantie, nodig voor de betaling van een schadevergoeding van € 19 miljoen, betekend zou worden. Die besloten daarop op zo kort mogelijke termijn in kort geding een executiegeschil aanhangig te maken. “De rechtbank heeft op een onbekend gebleven tijdstip, maar in ieder geval in de vroege avonduren van 11 juli 2007, de behandeling van het kort geding bepaald op 12 juli 2007 om 9.30 uur,” staat in de beslissing van de Raad te lezen.
Om 18.40 laten de twee Stibbeadvocaten aan de Chipsholadvocaat weten dat er de volgende dag een tussen 9 en 12 uur in Haarlem een kort geding zal plaatsvinden. Om 18.57 uur is het exacte tijdstip aan de Chipsholadvocaat bekendgemaakt, iets later nog eens bevestigd per e-mail. Er zijn dus “bijna twee volle uren” verstreken.
De Raad van Discipline stelt eerst dat de klagers (naast Van Schie, Chipshol en P.J. Poot) in de fax van 16.36 uur niet vergezeld hebben doen gaan van telefonisch overleg, een nadere toelichting of bereikbaarheidsmededeling. Daarmee hebben de klagers “zelf een situatie in het leven geroepen waarvan zij redelijkerwijze konden vermoeden dat die tot maatregelen in rechte van de zijde van hun wederpartij aanleiding zouden kunnen geven zonder dat zij daar nog tijdig op zouden kunnen reageren,” aldus de Raad. Ook hebben ze tijdens het kort geding niet om aanhouding gevraagd, of aangegeven dat ze zich in “enig opzicht bezwaard” voelden door de gevolgde wijze van procederen.
Volgens de Raad van Discipline kan aan de Stibbe-advocaten worden toegegeven dat zij zich door de fax van Van Schie voor een omvangrijke opdracht zagen geplaatst, maar is het voor hen “niet onmogelijk geweest” om de wederpartij op een eerder moment dan 18.40 uur “te informeren over hun voornemen een kort geding aanhangig te maken en dat zij er, gelet op de inhoud van de fax van klager sub 3 (Van Schie, red.) van 16.36 uur, naar streefden de behandeling de volgende morgen vóór 12.00 uur te laten plaatsvinden.” De slotsom van de raad is dat zij “in deze cruciale uren zijn tekortgeschoten in hun informatieplicht jegens hun collega, verweerder sub 3, zonder dat zij daar een geldige reden voor hadden.”
De Raad legt geen maatregel op, omdat niet is gebleken van “enig boos opzet om de betreffende collega bewust op onoverbrugbare afstand te zetten”. De raad weegt verder mee dat de Chipsholadvocaat zelf ook steken heeft laten vallen en dat er ter zitting niet is geprotesteerd tegen de gang van zaken. Overigens hebben Chipshol cs in deze zaak ook klachten ingediend tegen lead counsel professor Niels Koeman. Deze was echter op vakantie op het moment van de gebeurtenissen. Volgens de Raad is niet gebleken dat hij een rol heeft gespeeld in de besluitvorming van zijn Stibbe-collega’s.
Advocaat T. de Greve laat desgevraagd weten hoger beroep bij het Hof van Discipline te overwegen.
De uitspraak in de zaak-Westenberg – verbonden aan het dossier Chipshol – is met zes weken uitgesteld. Volgens een woordvoerder heeft het hof “meer tijd nodig om tot een vonnis te komen”. De uitspraak wordt nu verwacht in juni.