Een Gelderse advocate vertoont struisvogelgedrag. Reacties op klachten van een cliënt of een bezwaar van de deken schuift zij ‘met de kop in het zand’ eindeloos voor zich uit. Door voor de Raad van Discipline berouw te tonen, is ze eerder deze maand nipt ontkomen aan schrapping van het tableau.
De advocate negeert in de eerste maanden van 2018 meerdere verzoeken van de deken om te reageren op klachten van cliënten. Voor de deken is op gegeven moment de maat vol: er volgt een dekenbezwaar, waarna de advocate wel zo verstandig is om zich te melden bij de zitting van de Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden.
Ze geeft voor de tuchtrechter toe verder in paniek te zijn geraakt door het dekenbezwaar. In 2015 stapte ze uit een bijna failliete maatschap om voor zichzelf te beginnen. Ze moest zich vervolgens een slag in de rondte werken om een schuld van 88.000 euro aan de maatschap af te betalen. Ze durfde geen zaken te weigeren uit angst om verder in de financiële problemen te komen en nam teveel hooi op haar vork. De brieven van de deken bleven ongeopend: ze hoopte dat er niets ernstigs van het dekenbezwaar zou komen. Toen afgelopen najaar de oproep voor de zitting bij de tuchtraad op de mat viel, wist ze ‘dat ze zich niet langer kon verstoppen’.
Door tegenover de Raad van Discipline spijt te betuigen en open te staan voor een coachingstraject, is deze advocate wat de raad betreft ‘door het oog van de naald gekropen’. ‘Als verweerster ook niet ter zitting was verschenen, dan zou een schrapping passend en geboden zijn geweest,’ zo staat in de maandag gepubliceerde uitspraak van de raad. Nu wordt volstaan met een voorwaardelijke schorsing van zestien weken, als een soort stok achter de deur en met als bijzondere voorwaarde het volgen van een coachingstraject.
De advocate staat hiervoor open: de deken schat in dat er ‘in de eerste zes maanden zo’n 150 uren aan coaching nodig zijn’. Dit vindt de raad wat veel: de kosten voor de coaching mogen maximaal 12.500 euro bedragen (ruim 80 uur) en komen voor rekening van de advocate. Een en ander gaat nu al beter, geeft ze zelf nog aan: de achterstand in haar dossiers wordt weggewerkt, ze is bijna schuldenvrij en ze heeft inmiddels twee juridisch medewerkers aangenomen. De raad geeft haar daarom de kans om ‘orde op zaken te stellen en haar praktijk op alle fronten naar behoren uit te (gaan) oefenen’.
Overigens krijgt ze nog wel een tweede voorwaardelijke schorsing van vier weken opgelegd, wegens het in de steek laten van een cliënt. Ze nam in 2005 een zaak aan en heeft ‘tot op heden, in 12 jaar tijd, niets concreets voor klager gedaan of bereikt. […] Verweerster heeft klager jarenlang in onzekerheid en onwetendheid gelaten en volledig aan zijn lot overgelaten. Zelfs nu nog, na de indiening van zijn klacht, is het klager niet helder hoe zijn zaak er voor staat en of deze überhaupt nog ontvankelijk (of inmiddels mogelijk verjaard) is.’
Uitspraak 1 (dekenbezwaar)
Uitspraak 2 (klacht)