Een Noord-Hollandse advocate is per 1 januari 2015 voor onbepaalde tijd geschorst door de Raad van Discipline in Amsterdam. Al sinds 2008 zat ze stelselmatig het toezicht door de deken dwars, de laatste vijf jaar kampte ze stelselmatig met betalingsachterstanden en schoot ze ‘structureel tekort in het op adequate voeren van haar praktijk,’ aldus de Raad.
De advocate werd begin januari 2009 voor het eerst berispt door de Raad van Discipline wegens ‘het doen van onjuiste mededelingen, niet nakomen van toezeggingen en frustreren van goed toezicht.’ Op dat moment bedroeg haar belastingschuld 30.000 euro. Een nieuw dekenbezwaar volgde in 2010 vanwege de slechte financiële bedrijfsvoering van haar kantoor, die haar bij de tuchtrechter een voorwaardelijke schorsing opleverde.
In 2013 waren de betalingsachterstanden opnieuw hoog genoeg opgelopen om een volgend dekenbezwaar te rechtvaardigen, met als gevolg de oplegging van een voorwaardelijke schorsing van twee maanden in januari 2014, met een proeftijd van twee jaar. Dit was reden om de unit Financieel Toezicht Advocatuur onderzoek te laten doen naar de financiële positie van het kantoor. Die concludeerde dat de situatie al zeker sinds 2011 zorgwekkend was, hoewel de administratie over de jaren 2012, 2013 en 2014 ontbrak. De belastingschuld liep afgelopen jaar op tot 125.000 euro en het kantoorvermogen bleek ‘ernstig negatief’ te zijn. Op de rapportage van de unit FTA gaf de advocate geen reactie; informatievoorziening aan de deken volgde in de zomer van 2014 slechts mondjesmaat.
De Raad van Discipline concludeert aan de hand van dit alles en meer dat de advocate niet in staat is zelfstandig een praktijk te voeren. Bovendien werd er tegelijkertijd een andere klacht tegen de advocate gegrond bevonden, omdat zij een voormalige cliënte ‘onvoldoende op de hoogte heeft gehouden van de voortgang in een procedure en in een andere kwestie twee jaar lang in het geheel geen actie heeft ondernomen.’
Dat de advocate voornemens zou zijn haar praktijk te beëindigen en voor 1 maart 2015 over te dragen, weerhoudt de tuchtrechter er niet van haar een schorsing voor onbepaalde tijd op te leggen, die in verband met de beëindiging echter pas per 1 januari 2015 ingaat. Vanaf dat moment neemt een waarnemer de praktijk tijdelijk over.