Een advocaat in het ressort Amsterdam is wel erg slordig omgesprongen met de privacy van de vrouw van zijn cliënt en haar kinderen. Hij zette het hele procesdossier, inclusief foto’s van die kinderen, op zijn website. Reden: aandacht vragen voor eergerelateerd geweld. De Raad van Discipline ziet er een forse inbreuk op de privacy in en legt hem een voorwaardelijke schorsing van een maand op. Zie ook de update aan het slot van dit bericht.
De foto’s waren de advocaat toegestuurd ter uitvoering van een informatieregeling, om de cliënt te informeren over de ontwikkeling van zijn kinderen. Toen de advocaat in de omgangsprocedure een aanvullend verweerschrift indiende, vond hij het nodig om op de omslag van dat verweerschrift een foto van de kinderen te plaatsen met een zwarte balk over de ogen en de tekst: ‘Gijzeling & Escalatie. In 38 stappen.’
Wraking
Dat was aanleiding voor de moeder om te klagen bij de deken. De behandeling van de klacht werd tijdens de zitting geschorst omdat de advocaat een verzoek deed tot wraking van de raad. Dat verzoek werd afgewezen en de wrakingskamer besliste ook meteen dat de wraking van de wrakingskamer buiten behandeling werd gesteld. Eventuele volgende wrakingsverzoeken zouden evenmin in behandeling worden genomen. Een lekker begin, zo lijkt het.
Toch leidde bemiddeling tot excuses van de advocaat en intrekking van de klacht. In zijn brief aan een stafmedewerkster van de deken schrijft de advocaat: “[Ik ben] zonder meer bereid […] mijn excuses aan te bieden voor het gewraakte gebruik van de foto’s op de bewuste omslag. Bij dezen dus […].” Gemeend waren zijn excuses echter niet. Een half jaar later constateert de vrouw dat het hele procesdossier, inclusief foto’s en onderliggende correspondentie, op de website van de advocaat staat. De klachtprocedure werd daarop heropend.
Toch geen excuses
In een kort geding vorderde de vrouw verwijdering van de stukken van het internet, waartoe de advocaat door de voorzieningenrechter inderdaad werd geboden op straffe van een dwangsom. In de klachtprocedure verklaart de advocaat dat zijn handelen voortkwam uit zijn wens om aandacht te vragen voor het probleem van eergerelateerd geweld en de nazorg daarvan. Hij beroept zich bovendien op de vrijheid van meningsuiting. Daar voegt hij nog even aan toe dat hij met zijn eerdere brief niet zijn excuses maakte voor het plaatsen van de foto’s op de omslag, maar “voor de schrik die dit heeft veroorzaakt bij klaagster”. Ze kon er dus niet vanuit gaan dat verdere publicatie van de foto’s achterwege zou blijven, zo redeneert hij. Uit zijn letterlijke bewoordingen blijkt echter het tegendeel, aldus de Raad.
URL
De Raad hanteert de maatstaf van het Hof van Discipline dat de advocaat van de wederpartij weliswaar een grote mate van vrijheid heeft om de belangen van zijn cliënt te behartigen, maar dat die vrijheid zeker niet onbeperkt is en een redelijk doel moet dienen. De Raad constateert dat de advocaat geen rekening heeft gehouden met de vertrouwelijkheid van de stukken en dat hij een grove inbreuk heeft gemaakt op de privacy, zonder dat van een redelijk doel sprake was. Aandacht voor de problematiek rond eer en geweld was niet voldoende en bovendien niet in het belang van zijn cliënt. Dat hij de namen in het dossier onleesbaar heeft gemaakt is niet van belang. In de URL van de website was de achternaam van zijn cliënt te herkennen, die tevens de achternaam is van de kinderen.
Update 2 augustus 2011: we hebben inmiddels het (geanonimiseerde) kort gedingvonnis van 22 januari 2010 achterhaald (zie de links rechts bovenin). Het gaat om een proces-verbaal van de zitting, houdende een mondeling vonnis. Dat is ook de reden dat het vonnis destijds niet is gepubliceerd op rechtspraak.nl.
De motivering van de rechter om de eis in het kort geding toe te wijzen: “G (de advocaat, red.) heeft de stukken uit het strafproces en uit de omgangsprocedure alleen en uitsluitend verkregen in zijn hoedanigheid als advocaat van X. Het door G. nagestreefde hogere doel bij de publicatie van al die processtukken doet er niet aan af dat die publicatie een advocaat niet betaamt. G. heeft op zich een belang om – ook buiten de rechtszaal – ten behoeve van zijn cliënt aandacht te vragen van door hem gesignaleerde misstanden, maar het daartoe op internet publiceren van processtukken is, mede gelet op de belangen van E. (eiser, red.) disproportioneel.”
De opgelegde dwangsom bedraagt 1,500 euro, met een maximum van 15.000 euro. De mondelinge uitspraak is inmiddels ook gepubliceerd op rechtspraak.nl, LJN BR3924.