Advocaat Tom Eskes heeft niet klachtwaardig gehandeld door de pers inzage te geven in een strafdossier en door een wethouder een kopie van dat dossier te verstrekken. Dat heeft het Hof van Discipline maandag beslist. Eskes: “Het was drie jaar ploeteren, waarbij mij het juridische niveau eerlijk gezegd niet altijd is meegevallen. Je krijgt bij de Raad van Toezicht soms het gevoel dat er sprake is overcompensatie, in die zin dat ze bang zijn voor verwijten van vriendjespolitiek.”
Eskes trad op als advocaat van de moeder van een meisje dat na een ongeval overleed. In de strafzaak tegen de veroorzaker van het ongeval was de moeder benadeelde partij, en in dat kader vroeg Eskes de officier van justitie om afgifte van het strafdossier. Volgens de advocaat was het van groot belang dat zijn cliënte “alle details rondom het ongeval zelf kan lezen en vervolgens een start kan maken met de verwerking daarvan”. Vrij snel daarna, op 8 maart 2008, verscheen op de voorpagina van AD Dordtenaar Drechtsteden Dichtbij een groot artikel over het ongeval, waarin informatie uit het strafdossier was opgenomen. Ook werd in het artikel vermeld dat het strafdossier was gestuurd aan een wethouder in Dordrecht.
In een latere zaak min of meer hetzelfde procedé. Namens een andere cliënte vroeg Eskes in 2009 opnieuw het strafdossier. De officier van justitie was bereid het dossier te geven, maar onder de voorwaarde dat het niet bij de pers zou belanden. “Nadrukkelijk meld ik u – gezien een eerdere ervaring met een vestrekking aan u – dat deze stukken niet bedoeld zijn om aan derden, zoals de pers, te verstrekken,” aldus de officier. Op de dag van de zitting verscheen echter een artikel in het AD, met zinnen uit het strafdossier. De cliënte gaf tijdens de zitting aan niet zelf met de media gesproken te hebben.
De Raad van Discipline oordeelde dat Eskes over de schreef is gegaan met het verstrekken van het dossier aan de wethouder in de eerste zaak, en dat hij in de tweede zaak heeft gehandeld “in strijd met de door de officier gestelde voorwaarde”. Het Hof van Discipline komt tot een ander oordeel. Bij het verstrekken van het dossier aan de wethouder speelt een doorslaggevende rol dat de officier van justitie bij het hof zei dat hij – daarom gevraagd – het dossier zelf ook aan de wethouder gegeven zou hebben. Daarom niet tuchtrechtelijk verwijtbaar, aldus het hof. Ook van belang is dat de cliënte van Eskes haar verdriet verwerkte door de gevaarlijke oversteekplaats waar haar dochter overleed qua veiligheid te verbeteren, en dat de privacy van de verdachte werd gewaarborgd.
Over de voorwaardelijke verstrekking van het dossier door de officier, stelt het Hof van Discipline dat er sprake was van een eenzijdige mededeling van de officier met daarin een voorwaarde die door Eskes niet is geaccepteerd. “Ten onrechte heeft de raad derhalve beslist dat verweerder in strijd met de door de officier van justitie gestelde voorwaarden heeft gehandeld.”
Volgens het Hof is verder van belang dat Eskes de stukken niet heeft afgegeven aan de pers, “doch slechts het proces-verbaal van het verhoor van zijn cliënte aan de pers ter inzage heeft gegeven, waarvan de cliënte reeds zelf een exemplaar in bezit had”. Ook heeft de officier er niet over geklaagd dat Eskes een verkeerde belangenafweging heeft gemaakt. De belangenafweging van Eskes staat daarom “niet ter beoordeling van het hof”.
Geen belletje, niets
Eskes vindt het vooral vreemd dat er voorafgaand aan het indienen van de klacht door het openbaar ministerie geen contact met hem is opgenomen. “Geen belletje, niets. Ik zou denken: eerst praten, en daarna maar eens verder kijken. Niet dus.” Ook is hij “lichtelijk gefrustreerd” over het niveau van vooral de Raad van Toezicht. “Je rekent bij een beoordeling van een klacht door vakbroeders op een evenwichtige beslissing. Mij besloop het gevoel dat ze voornamelijk bang zijn voor verwijten van vriendjespolitiek. Er lijkt soms sprake van overcompensatie.”
Volgens Eskes heeft de officier van justitie met de klachten niet uit rancune tegen hem persoonlijk gehandeld, maar had hij wel moeite met Eskes als advocaat. Eskes vraagt in dat opzicht begrip voor de rol van de advocaat: “Zaken spelen zich steeds vaker in de media af, en het is niet altijd de beste tactiek om dan maar je mond te houden. In het belang van de cliënt kan het zelfs nodig zijn dat je de media opzoekt.” Belangrijkste winst voor de advocatuur is volgens Eskes dat duidelijk is geworden dat de officier van justitie “niet eenzijdig embargo’s op kan leggen”.
We hebben het openbaar ministerie gevraagd om een reactie, maar die niet gekregen.