Een advocaat-stagiair heeft een voorwaardelijke schorsing van een maand gekregen omdat hij de werkbriefjes van een ingeschakelde tolk – inmiddels zijn ex-vriendin – meermaals foutief en in haar voordeel invulde. Ook had hij geen referentiebrief mogen schrijven op het briefpapier van zijn kantoor, in een poging zijn broer aan een baan als tolk bij hetzelfde tolkenbureau te helpen. Zijn patroon wist van niets.
Door Joris Rietbroek
De zaak werd eind 2014 voor het eerste behandeld bij de Raad van Discipline Noord-Nederland, waarna de deken aanvullend onderzoek instelde naar de ingevulde werkbriefjes van de tolk. Er was meerdere malen te veel tolktijd ingevuld terwijl er minder lang of zelfs niet getolkt was, en de annulering van meerdere afspraken bleek niet altijd te zijn genoteerd. Overigens vulde de advocaat-stagiair ook werkbriefjes van andere tolken verkeerd in; zodoende is niet gebleken dat hij bewust heeft geprobeerd om zijn (ex-)vriendin te bevoordelen.
Hoe dan ook heeft hij tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld, al houdt de Raad van Discipline er in haar begin deze maand gepubliceerde uitspraak van eind mei rekening mee dat de jonge advocaat de foutieve manier van invullen mogelijk heeft overgenomen van een eerdere patroon. ‘Zijn eerste patroon heeft hem mogelijk een onjuiste handelwijze voorgehouden, althans hem niet adequaat gecontroleerd’.
Het hield voor de tuchtrechter niet op met deze klacht. De advocaat schreef in mei 2014 een referentiebrief ten behoeve van zijn broer – die solliciteerde op een functie als tolk bij hetzelfde tolkenbureau – op het briefpapier van zijn kantoor. Toen zijn van niets wetende patroon werd geconfronteerd met deze brief, waarvoor zij kortom geen toestemming had gegeven, laat staan de inhoud kende, werd de advocaat per direct op non-actief gesteld.
Twee feiten die al met al goed zijn voor een schorsing van een maand, zij het een voorwaardelijke, omdat de Raad van Discipline er rekening mee houdt dat een eerdere patroon hem mogelijk een verkeerde manier van briefjes invullen had geleerd. Daarbij heeft ‘verweerder ter zitting de onjuistheid van zijn handelwijze ingezien’.