Bob Vink vindt het moeilijk om zich te verbinden aan één omgeving en één activiteit. Daarom ging de Amsterdamse advocaat drie keer op sabbatical, en onderneemt hij zowel in Argentinië als op Mallorca. “Ik laat mijn koers niet bepalen door geld, rendement of de economie. Mijn belangrijkste drijfveer is the beauty of things.”
Door Patricia Jacob
Bob Vink werkt sinds kort op de civiele sectie van De Koning Vergouwen Advocaten, maar reisde daarvoor als strafrechtadvocaat ruim dertig jaar de wereld over. “Ik houd van vreemde routes. Zo heb ik jarenlang Nederlandse verdachten in het buitenland bijgestaan. Dat reizen gaf een bijzondere dimensie aan mijn werk; je wordt gekatapulteerd in een totaal vreemde cultuur. In korte tijd, vaak onder grote druk, moet je je weg zien te vinden en met oplossingen komen.”
Zo vloog hij ooit naar Zambia voor een ter dood veroordeelde cliënt. “Het vonnis was onherroepelijk. We take it from here, dacht ik. Samen met de VPRO heb ik toen een film gemaakt om zijn zaak te helpen, The West Lusaka Man. Daarna werd de zaak opgepakt door de politiek, en werd er een overleveringsverdrag met Zambia gesloten. De doodstraf van mijn cliënt werd omgezet in een gevangenisstraf die hij in Nederland mocht uitzitten.”
Overigens heeft Vink zijn strafrechtcarrière nog niet helemaal afgesloten. Dat doet hij pas als hij het dossier Putker kan sluiten. Putker zeilde met zijn vrouw rond de wereld, maar keerde terug met haar stoffelijk overschot. “Bij de Colombiaanse kustplaats Cartagena was ze vermoord door piraten die hun schip hadden overvallen. Later keerde het apparaat zich tegen hem. Hij wordt nu beschuldigd van deze moord.”
De locus delicti in deze casus, die hem zeer aan het hart ligt, ligt in een continent waar Vink kind aan huis is: Zuid-Amerika. Tot drie keer toe bracht hij er een sabbatical door, één in de Cariben, één in Brazilië en één in Argentinië, het geboorteland van zijn vrouw. Regelmatig hopt hij van Amsterdam naar Buenos Aires; Vink heeft er een investeringsproject.
Argentinië is …
“…een magnifiek land waar ik al veertig jaar kom. Het land is onvoorstelbaar mooi, leeg en groot. Argentinië is zo’n 4.500 kilometer lang, maar heeft slechts 40 miljoen inwoners. In het noordwesten, vooral in Catamarca, kun je honderden kilometers rondrijden zonder iemand te zien. Dit bergachtige gebied tussen La Rioja en Salta is bijna onaangetast. Je ziet de wereld zoals die ooit was: de oerwereld. Als je er rondreist, moet je wel van lamabiefstuk houden. Verder is er niet veel. De omgeving rond Cordóba, de stad waar mijn vrouw vandaan komt, ken ik ook goed. Tijdens mijn sabbatical in 2016 zat ik daar een jaar met mijn vrouw en een van mijn vijf zoons.”
Wat deed u daar?
“Samen met een aantal Argentijnen heb ik daar een soort community opgezet voor mensen die met en in de natuur willen leven. Een schitterend gebied van 260 hectare met een mediterrane aanblik en veel wilde dieren: poema’s, grote hagedissen, roofvogels. Tegelijkertijd is het er ingetogen. In de jaren dertig was het al een vakantiegebied voor bewoners van Buenos Aires. Ik heb geholpen om de basis voor dit project, dat Abracaral heet, te leggen. Inmiddels staan er huizen en zijn er voorzieningen als water en elektriciteit. De bewoners leven op een duurzame manier en zijn zo veel mogelijk zelfvoorzienend. Na dat jaar heb ik mijn aandeel in Abracaral overgedragen.”
Terug naar Amsterdam
“Het leek me leuk om het civiele recht te onderzoeken; verbintenissenrecht, ondernemingsrecht. Via een goede vriend kwam ik terecht bij mijn huidige kantoor. Mijn meeste werk ligt op het terrein van proces- en crisismanagement. Strategische plannen smeden, problemen oplossen. Dat sluit aan mijn werk als ondernemer.”
In een dorpje op Mallorca laat ik een oud huis renoveren. Dat gaat op een integere manier: zo mooi en authentiek mogelijk en met inzet van lokale vaklieden. Eerder heb ik samen met een vriend een vervallen huis gekocht in Buenos Aires. Dit huis, Casa Paraná, is inmiddels gerenoveerd en bedruipt zichzelf; we verhuren het aan groepen en individuen. Ik kom nog veel in Buenos Aires. Ik heb er iets mee.”
Hoezo?
“De hele binnenstad is gemodelleerd naar Parijs’ voorbeeld. Daardoor is er onvoorstelbaar mooi gebouwd. De stad vibréért; Buenos Aires is heel levendig en heeft een rijk cultureel leven – theater, muziek, dans, kunst. Behalve fraai en groots, lopen door de hele stad ook ‘rafelrandjes’. Gaat het goed met de economie, dan zie je de potentie van de stad: de vervallen gebieden worden dan ‘ge-upgrade’ en er ontstaan allerlei activiteiten. Gaat het minder, dan ligt die ontwikkeling stil.”
Dé unique selling point van Buenos Aires?
“De geschiedenis ligt er bestorven. Overal vind je nog cafés waar je je in de jaren vijftig waant. Mijn vrouw en ik zijn ooit in de delta iets buiten de stad op zoek gegaan naar een locatie uit een boek van Hemingway: El Tropézon. Dat hotel uit zijn boek was er gewoon nog! Totaal vervallen, dat wel. Zelfs de mensen die hij beschreef leefden nog, al waren ze wel stokoud. We zijn er een middag gebleven.
Ik beleef enorm veel plezier aan zulke ontdekkingen. Daarom houd ik ook zo van reizen. Maar die reislust heeft ook te maken met het feit dat ik het moeilijk vind om me te verbinden aan één omgeving en één activiteit. Op dit moment combineer ik de advocatuur met mijn werk buiten Nederland. Ik zou graag mijn buitenlandse werk uitbreiden.”
In Argentinië, dus.
“Niet per se. Op dit moment gaat het daar heel slecht. Ik vind het lastig om mijn kaarten op Argentinië te zetten. Het is er onrustig, terwijl de basis voor een hoopvolle ontwikkeling de laatste jaren leek te zijn gelegd. Veel van die onrust is terug te voeren op de corruptie die wijdverspreid en historisch verankerd is.”
Te riskant?
“Ik laat mijn koers niet bepalen door geld, rendement of de economie. Ik vaar op een ander kompas: mijn belangrijkste drijfveer is the beauty of things, waar ook ter wereld. Ik wil nog meer betrokken raken bij het maken van mooie dingen of dat soort processen faciliteren.
Met mijn vorige kantoor heb ik ooit namens Joseph Semah en bij wijze van kunstproject het Stedelijk ‘gedagvaard’. Dit museum had zijn werk niet opgenomen in de collectie. We hebben de toenmalige directeur Beatrix Ruf laten uitleggen hoe dat zat: hoezo was er geen ruimte voor Joods-Christelijk erfgoed in de naoorlogs kunst? Uiteindelijk heeft Joseph een manifestatie mogen houden in het Stedelijk. Ik wil graag nog meer de creatieve richting op.”
Bob Vink houdt zich bij De Koning Vergouwen Advocaten in Amsterdam bezig met het civiele recht. Naast zijn werk voor bedrijven doet hij nog één strafzaak. Vanaf 1987 was strafrecht zijn specialisme.