Mariëlle Daudt ging naar Zuid-Afrika om het aantal gezonde Afrikaanse baby’s omhoog te krijgen. Tijdens haar mountainbiketocht voor Orange Babies wisselden bewondering en liefde elkaar af. ‘Kom maar met me mee, dacht ik als zo’n kindje dat al veel had meegemaakt op schoot had. Ik zorg wel voor je.’
Door Patricia Jacob
Wist u dat er een medische behandeling is die voorkomt dat zwangere vrouwen het hiv-virus doorgeven aan hun baby? Orange Babies zorgt er al sinds 1999 voor dat die behandeling wordt toegepast, en dat er zo veel mogelijk Afrikaanse baby’s hiv-vrij ter wereld komen. Ook vangt de organisatie kinderen op die slachtoffer zijn van hiv en aids, zoals kinderen die aids hebben of die een ouder aan die ziekte hebben verloren.
Vorig jaar november fietsten 25 Nederlanders 133.381,70 euro aan sponsorgeld bij elkaar om het aantal gezonde Afrikaanse baby’s omhoog te krijgen. Van 31 oktober tot 8 november reden ze op mountainbikes veertig tot tachtig kilometer per dag in de wijde omgeving van Kaapstad. Mariëlle Daudt, arbeidsrechtpartner bij Jones Day, was een van hen. Ze aarzelde geen seconde toen een vriendin haar vroeg mee te doen aan de Orange Babies Cape Town Tour.
Waarom zei u ‘ja’?
‘Als arbeidsrechtadvocaat vertegenwoordig ik grote corporates en sta ik doorgaans niet aan de zijde van de zwakkere partij. Ik houd van mijn vak en heb een rijk sociaal leven. Ik ben bevoorrecht en realiseer me dat ik veel te danken heb aan het simpele feit dat ik op de goede plek ben geboren. We moeten de minderbedeelden van deze wereld helpen, vind ik. Door me in te zetten voor Orange Babies kan ik iets doen voor kinderen die allesbehalve onder gelukkige omstandigheden zijn geboren. Het doel van de fietstocht triggerde me, vooral ook omdat het om baby’s en jonge kinderen gaat. Ik ben zelf ongewenst kinderloos, maar de kinderen van de wereld zijn ons aller zorg.’
Bent u eerder in Zuid-Afrika geweest?
‘Ja, een paar keer. Kaapstad is een stad waar ik zelfs zou kunnen wonen. Je hebt er alles. Je bent zo aan het strand van Camps Bay met dat lekkere surfsfeertje. Ik heb alleen nog steeds moeite met de grote verschillen tussen arm en rijk. Ik geef mijn pizza weg als er iemand met holle ogen aankomt. Ga ik dan een nieuwe halen, dan staat er natuurlijk weer een hongerig persoon voor me. Ik vind het moeilijk om niet te geven. Ook al raden mensen het me af, en begrijp ik ook waarom ze dat doen.’
De tour begon in…
‘…Johannesburg. We bezochten daar het Khaya Center-Mount Olive in de wijk Lehae, een arme buurt ten zuiden van de stad. Veel bewoners hebben aids of zijn besmet met hiv. Kinderen stoppen vaak met school om te zorgen voor hun zieke familie. Het Khaya Center helpt de bewoners, bijvoorbeeld door medische hulp en huiswerkbegeleiding te bieden. Toen we in Lehae aankwamen, renden de kinderen op ons af. Ze speelden voor ons een traditionele bruidsceremonie na. Práchtig.
Vanuit Jo’burg vlogen we naar Kaapstad. We gingen daar meerdere keren naar hetzelfde project: Yabonga in het township Khayelitsha. We spraken er met de Community Mothers; vrouwen die met steun van Orange Babies dagelijks bij hun thuis kwetsbare kinderen en wezen opvangen, en te eten geven. Bij Yabonga hebben we een tuintje aangelegd, vrolijke muurschilderingen gemaakt en gespeeld met de kinderen. Je ziet ze lachen en denkt in eerste instantie: ach het valt wel mee. Maar als je er langer dan een dag bent, ontdek je hun verhalen. Dat ze een gewelddadige jeugd hebben gehad, of bijvoorbeeld geen ouders meer hebben. Kom maar met mij mee, dacht ik vaak als ik zo’n kindje op schoot had. Ik zorg wel voor je.’
En het fietsen, hoe beviel dat?
‘Vanuit Kaapstad reden we via Kommetjie langs de Atlantische Oceaan naar beneden, richting Scarborough. Daarna gingen we naar de andere kant van de Kaap en reden we door de wijngebieden terug naar Kaapstad. De natuur was overweldigend: witte stranden, de azuurblauwe zee, veel groen. Vanuit de verte zagen we walvissen zwemmen. In Kommetjie kampeerden we op een waanzinnige plek bij zee. De zon ging onder en net toen we dachten dat het niet specialer kon, stond daar opeens een story teller. De reis – die we overigens zelf hebben betaald – was ongelooflijk goed georganiseerd. De ene keer lagen we in tentjes, de andere keer in een goed hotel. We fietsen dan weer in de bergen, dan weer tussen de wijnranken, dan weer langs de zee. Af en toe moesten we bijna tachtig kilometer fietsen, waarvan de helft over vals plat. Ik heb behoorlijk afgezien, maar wilde niet afhaken.’
De groep?
‘Modejournaliste Fiona Hering, ambassadeur van Orange Babies, was mee, mijn vriendin Lilian Custers van pr-bureau UPR en verder een bont gezelschap van sportieve en sociale mensen. Het leuke is: alle opsmuk verdwijnt in zo’n setting. We waren niet bezig met kleding, sociale media, sieraden et cetera. Het ego viel weg. Daardoor was het contact echter.’
Wat staat u van de reis het meeste bij?
‘Mijn ontmoetingen met de Community Mothers. Orange Babies selecteert deze vrouwen, geeft ze een budget en traint ze om een groep kinderen na school te verzorgen en te ontwikkelen. Ze geven de kinderen eten en spelen met ze. Ze geven de kinderen de persoonlijke aandacht die ze thuis missen.
De Community Mothers hebben zelf vaak veel meegemaakt, maar door hun werk voor Orange Babies stijgen ze als het ware boven zichzelf uit. Ze zijn enorm dankbaar dat ze nu dit werk mogen doen. Ik herinner me een vrouw die haar kind had verloren en jarenlang was misbruikt door haar man. Ze was doodongelukkig en koesterde veel haatgevoelens jegens haar man, maar haar werk voor Orange Babies had voor een doorbraak gezorgd. Het was haar gelukt om liefde te geven aan de kinderen en van hen te ontvangen. Ze begreep dat haar man ook maar was gevormd door het leven, en oordeelde milder over hem. Zij veranderde en hij veranderde ook; de verkrachtingen stopten. Nu is ze levenslustig en betekent ze veel voor de kinderen van Yabonga.’
De toekomst?
‘Ik blijf betrokken bij de prachtige doelstellingen van Orange Babies en wil zeker nog een keer meefietsen!’
Mariëlle Daudt is arbeidsrechtpartner bij Jones Day in Amsterdam. Daudt werd in 2014 door de Jonge Balie uitgeroepen tot Patroon van het jaar.
Klik hier voor meer informatie over Orange Babies
Auteur Patricia Jacob begon in 1996 als advocaat bij Andersen Legal. Ze stapte in 2000 over naar Vroom & Dreesman, waar ze aan de slag ging als legal counsel. Daarna stapte ze over naar de journalistiek: eerst bij Quote, later maakte ze de juristenglossy Legal Stuff, uitgegeven door het Rotterdamse PureLegal (executive counseling en executive search). Thans werkt Jacob als zelfstandig journalist en copywriter.