Een advocaat die zowel confrères als medewerkers van de Orde van Advocaten meerdere malen schriftelijk beledigde, heeft van het Hof van Discipline een berisping gekregen. “Was dit een mailing van een Nigeriaanse oplichtersbende?” luidde zijn reactie aan de deken na de ontvangst van de factuur voor betaling van de hoofdelijke omslag.
Deze vergelijking kreeg de Jonge Balie eveneens voor de kiezen in een e-mail waarin de advocaat zich beklaagde over ‘spooknota’s’ van de stichting. Daar bleef het niet bij: in een andere correspondentie omschreef hij leden van de Raad van Toezicht als ‘ingegraven balie-autisten, baliebronnen en baliebobo’s.’
Een formulering van de advocaat voor het gedrag van een medewerkster van de Haagse Orde tijdens een cursus, werd eveneens niet op prijs gesteld door de deken. “Haar ‘mission civilisatrice’, ‘white woman’s burden’, om beschaving en fatsoen te brengen aan alles wat een kleurtje heeft, wordt door mij niet geapprecieerd. Wil ze ook niet meer staan in mijn zonlicht?”
De hoogste tuchtrechter oordeelt dat niet vast is komen te staan ‘dat er voor verweerder voor deze kwalificaties enige noodzaak of rechtens relevante reden bestond’ om zulke uitlatingen te doen, die ‘onnodig grievend en dus een advocaat onwaardig zijn’. Reden genoeg om de begin juni 2013 door de Raad van Discipline opgelegde berisping te bekrachtigen.
Verweren van de advocaat over een campagne om hem de balie uit te werken, schending van vertrouwelijkheid en dat hij zijn uitlatingen niet grievend had bedoeld, verwijst het hof hiermee naar de prullenmand.