Een advocaat uit het arrondissement Rotterdam is maandag 22 augustus van het tableau geschrapt door de Raad van Discipline omdat hij sjoemelde met toevoegingen en structureel geen opdrachtbevestigingen stuurde aan zijn cliënten. In de dossiers waarvoor hij toevoegingen had aangevraagd verrichtte hij nauwelijks werkzaamheden.
De verweerder, advocaat sinds juli 1992, krijgt in de zomer van 2014 voor het eerst de deken op bezoek. Bij dit kantoorbezoek valt op dat de advocaat meestal geen opdrachtbevestigingen aan cliënten verstuurt en dat hij veel belangrijke financiële informatie niet schriftelijk vastlegt. Ook beschikt hij niet over een alimentatierekenprogramma, terwijl hij wel familiezaken behandelt.
Een jaar later – na een tweede kantoorbezoek – wordt duidelijk dat de advocaat wel heel toevoegingen aanvraagt voor zijn cliënten, terwijl uit de dossiers blijkt dat hij de zaken niet daadwerkelijk behandelt. In zijn urenspecificaties staan correspondentie en gesprekken met cliënten vermeld, maar in de dossiers is hier niets van terug te vinden. Daarbij maakt hij wel heel veel fouten in zijn aanvragen bij de Raad voor Rechtsbijstand. Nader onderzoek naar meer dan twintig dossiers wijst vervolgens uit dat de advocaat amper werkzaamheden heeft verricht in deze zaken. ‘In de dossiers werden geen opdrachtbevestigingen, geen sluitingsbrieven, geen adviezen en geen correspondentie aangetroffen.’
De advocaat belooft een reeks adviezen op te volgen en is bereid om coaching van een confrère te krijgen. Ook zal hij de toevoegingszaken waarin hij geen werkzaamheden heeft verricht niet declareren, belooft hij. Toch volgen er korte tijd later nog eens signalen vanuit de rechtbank Rotterdam dat zijn optreden in de rechtszaal ‘ver beneden de maat is’, waarop de deken alsnog een dekenbezwaar indient.
De Raad van Discipline ’s-Gravenhage kan kort zijn over de gedragingen van de advocaat: ‘Het gegrond verklaarde bezwaar van de deken ziet op vele dossiers en verweerder heeft in al deze dossiers belangrijke regels overtreden en niet alleen het vertrouwen in zijn beroepsuitoefening, maar ook die in de advocatuur in het algemeen geschaad. […] Op grond van al het vorenstaande komt de raad tot het oordeel dat het niet verantwoord is indien verweerder langer de praktijk van advocaat uitoefent, waardoor niet kan worden volstaan met een lichtere maatregel dan die van schrapping van het tableau’.
Ook krijgt de advocaat een kostenveroordeling à 1000 euro.
Klik hier voor de uitspraak (PDF)