De Autoriteit Consument en Markt (ACM) bekijkt momenteel of het provisieverbod voor advocaten in strijd is met de mededingingswet. Dit bevestigt de ACM desgevraagd in het kader van een klacht tegen de Nederlandse Orde van Advocaten. Die werd afgelopen najaar ingediend door Jan-Hein Strop, oprichter van advocatenplatform LegalDutch.
Door Joris Rietbroek
Het provisieverbod voor advocaten volgens gedragsregel 2 lid 3 houdt onder meer in dat advocaten geen vergoeding mogen betalen aan online platforms of vergelijkingswebsites, als zij via deze weg een nieuwe cliënt of opdracht krijgen. Advocaten die dit toch doen, riskeren tuchtrechtelijke maatregelen. De mededingingswet verbiedt zo’n manier van clientèle opdoen echter niet.
De ACM vindt een ‘onderzoek’ naar het provisieverbod nog een te beladen woord in dit stadium, zegt Rob Hageman, woordvoerder op het vlak van mededinging. “De ACM bekijkt serieus of de manier waarop het provisieverbod is verankerd in de gedragsregels voor de advocatuur verenigbaar is met de mededingingswet.” Het belang van de consument is hierin leidend, onderstreept hij. “De vraag is in hoeverre de voordelen van het provisieverbod opwegen tegen de voordelen die online platforms en vergelijkingssites voor advocaten en consumenten kunnen bieden. Daarbij kun je je afvragen of zo’n verbod in dit digitale tijdperk nog van deze tijd is.”
Het hoofdargument van de Orde van Advocaten om het provisieverbod te handhaven is de waarborging van de onafhankelijkheid van de advocaat. Een financieel belang bij het winnen van een zaak zou hieraan kunnen toornen. Dit argument zal de ACM eveneens afwegen tegenover het consumentenbelang, aldus Hageman. “Maar volgens de mededingingswet mogen partijen dergelijke afspraken maken, als de consument hier maar voordeel bij heeft of als de kwaliteit van de dienstverlening hierdoor verbetert. We gaan hierover graag de discussie met de orde aan.”
‘Orde is bang voor lagere tarieven’
Indiener van een handhavingsverzoek bij de ACM is Jan-Hein Strop. Hij is de oprichter van het platform LegalDutch, dat het voor ondernemers mogelijk maakt om advocaten met elkaar te vergelijken, en al enkele jaren fanatiek tegenstander van het door de orde streng gehandhaafde provisieverbod. “De Orde is bang voor lagere tarieven en houdt daarom innovatie tegen,” is zijn overtuiging. Daarmee weert de orde innovatieve platforms waarmee je prijs en kwaliteit van advocaten kan vergelijken uit de markt. Talloze startups zijn al gesneuveld door dit verbod, en investeringen in vernieuwing van deze markt blijven uit.”
Wat Strop betreft is vooral de rechtzoekende consument hiervan de dupe. “Het provisieverbod houdt de intransparantie van de markt in stand, belemmert de keuzevrijheid van de consument en houdt de tarieven van advocaten onnodig hoog. Die tarieven zijn voor velen onbetaalbaar.” Intussen ligt volgens de ondernemer belangenverstrengeling bij de orde op de loer. “In Nederland heeft de NOvA als een van de weinige beroepsgroepen een uitzonderingspositie. Zij mag haar eigen regels stellen en daarop zelf toezien. Tegelijkertijd is de orde een pure belangenbehartiger. Dat is een systeemfout, die scherp mededingingstoezicht door de ACM rechtvaardigt.”
Strop had eerder signalen afgegeven aan de ACM, maar besloot tot het indienen van een formele klacht toen de bij LegalDutch aangesloten advocaten ‘dreigbrieven’ kregen van de dekens, met de strekking dat zij zich moesten terugtrekken van de site. “Dat leverde veel ongeruste telefoontjes en zelfs opzeggingen op, reden voor mij om de ACM formeel om handhaving te vragen,” zegt Strop. “Het oriënterende onderzoek is inmiddels al een tijdje gaande en de eerste onderzoeksperiode is zelfs verlengd. De ACM is tot niets verplicht als er een klacht wordt ingediend, dus ik denk dat ze er wel iets in zien.”
Reactie NOvA
De NOvA zegt in een reactie op zich niet tegen het gebruik van bemiddelingssites te zijn, maar ‘als beroepsorganisatie hebben wij de wettelijke taak te voorkomen dat de advocaat zijn vrijheid en onafhankelijkheid in gevaar brengt door te betalen voor of een beloning te ontvangen voor het aanbrengen van zaken’.
Aan de onlangs herijkte gedragsregels is daarnaast een nieuw lid toegevoegd dat stelt dat een advocaat provisie kan ontvangen ‘mits de advocaat kan aantonen dat hij daarbij niet handelt in strijd met de kernwaarden en dat het belang van de rechtzoekende bepalend is,’ aldus een woordvoerder van de NOvA. Verder hebben de dekens met elkaar afgesproken dat advocaten bemiddelingswebsites mogen gebruiken ‘als er sprake is van geen vergoeding, een vaste periodieke vergoeding of een prijs-per-klik.’ Met dat laatste doelt de Orde onder meer op Google Adwords-campagnes.