Een advocaat die ruim 15.000 euro declareerde in een zaak had slechts 11.000 euro mogen declareren. Voor dat vergrijp, zijn tegenstribbelende houding tijdens het dekenonderzoek én het feit dat hij al eerder tuchtrechtelijke maatregelen opgelegd heeft gekregen, wordt hij onvoorwaardelijke geschorst voor een periode van zes maanden. Dat blijkt uit een beslissing van de Raad van Discipline Amsterdam van vorige week woensdag.
De advocaat stond de klager bij in een procedure tegen zijn ex-partner. Hij diende een rekening in van 15.356 euro in, maar de Utrechtse deken komt na onderzoek tot de conclusie dat een bedrag van 11.366 euro als redelijk kan worden aangemerkt.
De advocaat zat op verschillende manieren te knoeien. “De deken heeft voorts geconstateerd dat het in rekening gebrachte honorarium voor een niet onbelangrijk deel is terug te voeren op het structureel en consequent in rekening brengen van het dubbele of drievoudige van de tijd die redelijkerwijs met relatief eenvoudige verrichtingen gemoeid mag zijn. Voorts heeft de deken vastgesteld dat volgens de minutenstaten van verweerder de gedeclareerde werkzaamheden in volle omvang door verweerder zelf zijn verricht terwijl uit de inhoud van het dossier blijkt dat een deel van de werkzaamheden in werkelijkheid door de secretaresse van verweerder is verricht,” zo staat te lezen in de beslissing.
Volgens de raad is sprake van excessief declareren. “Aan klager en de deken kan niet worden tegengeworpen dat soms niet valt te achterhalen of handelingen daadwerkelijk zijn verricht of meer tijd nodig hebben gehad dan de daarvoor redelijkerwijs door de deken aangenomen tijd. Verweerder heeft de beoordeling door de deken niet met feitelijk onderbouwde argumenten weersproken.” De consequentie: een onvoorwaardelijke schorsing voor de duur van zes maanden.