Op 1 april meldden verschillende kranten dat Reinoud Imhof van CMS Derks Star Busmann was berispt voor zijn handelwijze in de zaak World Online door de ‘Raad voor de Advocatuur’. De volgende dag volgde een reeks herstelberichten: het ging om een 1 april-grap van voormalig VEB-voorzitter Peter Paul de Vries. Die hield zich lange tijd onbereikbaar, maar geeft nu alsnog een toelichting. Zijn grap is ontleend aan het werk van journalist Eric Smit, maar diens beweringen worden opnieuw weersproken door advocaat Imhof. “Het wordt tijd dat De Vries zijn verontschuldigingen aanbiedt.”
De Vries had niet gedacht dat de pers zijn persbericht over zou nemen, zegt hij. En toen ze er toch in trapten, verwachtte hij dat de grap binnen een half uur zou worden ontdekt. “Eén keer googelen, en je weet dat de Raad voor de Advocatuur geen formele instantie is in de advocatuur. Bovendien zaten er fouten in het persbericht. De website is in een uur gemaakt. Er zijn meer mensen ingetrapt dan verwacht. We hebben veel leuke reacties gekregen.” Op de vraag wie “we” zijn, geeft De Vries geen antwoord.
Kwalijke rol
”Een zakelijke relatie zei laatst: een grap is een gat waardoor de waarheid schijnt. Daar zit wat in,” zegt De Vries tegenover Advocatie.nl. “Het optreden van Imhof in deze World Online-zaak was bedroevend. 1 april is dan het uitgelezen moment om daar de draak mee te steken. Grappen zijn er niet om uitgelegd te worden, maar ik wil er wel dit over zeggen: Imhof heeft in deze kwestie een kwalijke rol gespeeld.” Cruciale vraag is natuurlijk waarom De Vries nooit een formele klacht tegen Imhof heeft ingediend. Zijn antwoord is ontwijkend: “Het had voor de hand gelegen dat de daarvoor ingestelde instanties een onderzoek zouden hebben gestart.”
De “waarheid” in zijn grap baseert De Vries op het onlangs gepubliceerde boek Nina, de onweerstaanbare opkomst van een power lady van schrijver-journalist Eric Smit. Smit grijpt daarin terug op een serie artikelen in De Pers, gepubliceerd in 2007. Toen wees hij al op de dubbelrol die Imhof gespeeld zou hebben.
Onder één hoedje
Smit beschrijft in zijn boek hoe Imhof namens enkele gedupeerde deelnemers van het Friends & Family-programma van World Online een procedure begon. Imhof’s “opmerkelijk aggressieve aanpak” was volgens Smit vooral gericht tegen de raad van commissarissen van World Online. Leden van de raad, met name Joel Wyler, zouden volgens Imhof tegen de regels in aandelen hebben verkocht. De conclusie dat – behalve op Nina Brink – ook op andere betrokkenen iets aan te merken viel, was de zakenvrouw “bepaald niet onwelgevallig”, aldus Smit.
De auteur schrijft dat Brink Imhof’s procedure zelf financierde, en dat ze Imhof van informatie voorzag over vooral Wyler. Een bevriende aandeelhoudster, die hoopte iets van haar 1,5 miljoen euro aan verloren aandelen terug te zien, fugeerde volgens Smit als contact- en factuuradres.
De Vries: “In 2001 werkte ik bij de Vereniging van Effectenbezitters (VEB) met Imhof samen. Het verbaasde ons destijds al dat hij getuigen niet hard aanpakte, en niet doorvroeg. Achteraf vallen de puzzelstukjes in elkaar.” Met “achteraf” doelt De Vries op het jaar 2007, toen Smit zijn serie artikelen publiceerde in De Pers. “De Hoge Raad heeft overigens na acht jaar procederen ook vastgesteld dat beleggers bij de beursintroductie van World Online op diverse punten zijn misleid.”
Niet grappig
Eric Smit heeft naar eigen zeggen helemaal niets met de 1 april-grap van Peter Paul de Vries te maken. Sterker nog: hij is er zelf in eerste instantie ook ingetrapt. “Het duurde een half uur voordat bij mij het kwartje viel. In een eerste opwelling dacht ik opgelucht: ‘Hè hè, eindelijk begint de advocatuur zichzelf kritischer te beschouwen. Toen ik het doorkreeg, moest ik wel lachen. Maar de essentie is natuurlijk helemaal niet grappig.”
“Deze grap is natuurlijk hard, maar het is wat mij betreft uitstekend dat De Vries de vinger op de zere plek legt,” zegt Smit. “Ik heb echt geen woorden voor wat hier gebeurd is, dat advocaten zo verschrikkelijk immoreel te werk gaan. Ik heb nota bene het bewijsmateriaal, de correspondentie tussen Imhof en de advocaten van Nina Brink, in huis. Toch is Imhof nooit berispt. Het ontbreekt de advocatuur aan elk zelfreinigend vermogen, dat is duidelijk.”
Het heeft Smit “diep verbaasd” dat Imhof nog steeds advocaat is bij CMS Derks Star Busmann. “Er is niets, maar dan ook niets over deze affaire gezegd binnen de gelederen van de confrères. Althans: er is niet over naar buiten gecommuniceerd. En dat had, vind ik, wel gemoeten.”
De bezem erdoor
Smit ziet de affaire als symptoom van een algemener ziektebeeld in de advocatuur. “Als ik in Nederland een advocaat inhuur, heb ik geen idee wat voor dingen hij heeft gedaan. Er is geen openbaar track record. Ik sta versteld van het extreme cynisme binnen die beroepsgroep. We hebben het sinds de crisis allemaal over bankiers. Maar de advocatuur, daar zakt mijn broek pas echt van af.”
Als journalist moet je eigenlijk boven dergelijke emoties staan, vindt Smit. “Ik ben zelf ook niet verneukt, zoals Peter Paul de Vries. Maar ik voel wel een enorme verontwaardiging. Dit is zeer zorgelijk. De advocatuur, daar kan en moet een keer flink de bezem door worden gehaald.”
Imhof heeft volgens Smit nooit actie ondernomen tegen de serie artikelen die Smit in 2007 over het onderwerp publiceerde in De Pers. “Ook nu ik een boek over de World Online-zaak heb gepubliceerd, heeft hij dat niet gedaan. Het enige dat hij erover zegt is ‘Geen commentaar, het is te lang geleden’ – dat soort zinloze dingen.”
Wat dat laatste betreft heeft Smit gelijk. Tegenover Advocatie.nl reageert Imhof nogmaals op de 1 april-grap, in bijna letterlijk dezelfde bewoordingen. “Inhoudelijk heb ik geen commentaar. Wij zijn er klaar mee. Dit is een zaak van tien jaar geleden, kom op zeg.” En: “Het wordt tijd dat De Vries zijn verontschuldigingen aanbiedt.”
Smit vindt het intussen hoog tijd dat er daadwerkelijk een instantie als de Raad van de Advocatuur wordt opgericht. “Mocht dat ooit gebeuren, dan ga ik aanbieden om er zelf zitting in te nemen.”