
Het tijdschrift Mededingingsrecht in de Praktijk (MP) bestaat 25 jaar! De redactie stuurde haar jongste lid – ondergetekende – op pad voor een goed gesprek met medeoprichter mr. Jolling de Pree. Aldus geschiedde. Op zijn voorstel spraken we elkaar op een bewolkte voorjaarsmiddag bij Beachclub Bries in Noordwijk. Ietwat onwennig stap ik binnen – als toezichthouder ben ik gewend aan discussies met advocaten, niet aan het interviewen daarvan. Zou het een goed gesprek worden?
De Pree zit al klaar als ik binnenkom en er worden twee glazen Chardonnay besteld. Hij vertelt over zijn formatieve jaren bij De Brauw, waar hij sinds 1992 werkzaam is als advocaat. Zijn detachering bij een grote multinational omschrijft hij met humor. “Ik had zes maanden ervaring, dat vond mijn vennoot wel voldoende, terwijl de cliënt om een doorgewinterde advocaat had gevraagd”, grijnst hij. “Als hij niet bevalt, doe je er maar een strik omheen en stuur je hem terug,” aldus de partner tegen de cliënt. Negen maanden later rondde De Pree de opdracht succesvol af, al legt hij daar zelf de nadruk niet op. “Ik doe graag nieuwe dingen”, licht hij toe. Dat komt vaker terug in het gesprek.
Lijken liggen op het kerkhof
Zijn nieuwsgierigheid kwam goed van pas bij het mededingingsrecht. Na enkele jaren ondernemingsrecht nam De Pree de mededingingspraktijk over van Martijn Snoep (de huidige bestuursvoorzitter van de Autoriteit Consument & Markt), die tijdelijk naar de VS vertrok. Hoewel mededingingsrecht destijds nog onbekend terrein was in Nederland, had Snoep al een bloeiende praktijk opgebouwd. De Pree breidde die verder uit. In het begin was het mededingingsrecht nog helemaal niet bekend bij ondernemers. “Ik had een client waarvan de directeur trots vertelde dat ze een ‘kartel’ hadden, en ook een ‘kartelreglement’ hadden opgesteld voor iets wat in mijn ogen geen kartel was”, legt hij uit, waaraan hij lachend toevoegt: “Die naam vond ik geen goed idee.”
De Pree formuleert zijn antwoorden vriendelijk, maar wel scherp en duidelijk. Dat is de invloed van zijn leermeester, Mark Biesheuvel, die door De Pree wordt omschreven als no-nonsense en vlijmscherp. “Lijken liggen op het kerkhof, wat je vindt moet je naar de politie brengen”, aldus het commentaar van mr. Biesheuvel op één van de vroege adviezen van De Pree. De boodschap: een goed advies is ondubbelzinnig. ‘Het lijkt erop’ of ‘ik vind’ is niet genoeg.
Eigenzinnig MP
Het was ook Biesheuvel die De Pree vroeg of hij mee wilde schrijven aan de Nieuwsbrief Mededingingsrecht- een gestencilde voorloper van MP. “De insteek was wat laagdrempeliger dan de concurrentie”, vertelt De Pree. Dat maakte het recht toegankelijker én daagde auteurs uit om stelling te nemen. Dit lag helemaal in lijn met het hierboven beschreven advies van Biesheuvel. De Pree kreeg wel eens commentaar op de stellingen die hij innam in zijn artikelen: “Dan belde een ervaren vennoot dat iets wat ik had geschreven echt niet klopte. Dan dacht ik: nou – jawel.” Die eigenzinnigheid moedigt hij ook bij de jongere generatie aan. “Maar je moet natuurlijk wel de juiste argumenten hebben.”
Hard op de inhoud, zacht op de persoon
“Juristen leren vaak dat iets klopt als het tien keer eerder gezegd is,” stelt De Pree. “Maar het is veel leuker om je eigen argumenten te bedenken.” In de vroege redacties van MP – waarin zowel advocaten als toezichthouders zaten – werd dan ook stevig gediscussieerd. Deze samenstelling zorgde voor wederzijds begrip, iets wat hard nodig was in de nasleep van de bouwfraude, toen de verhouding tussen advocatuur en toezichthouder onder druk stond. “Die relatie was toen gepolariseerd”, vertelt De Pree.
Sindsdien is die relatie verbeterd, zowel door een meer gevestigde toezichthouder als door beroepsverenigingen zoals de MP-redactie. Daarnaast blijft de communicatie in concrete zaken belangrijk. “Hard op de inhoud, zacht op de persoon”, vat De Pree samen, al is ook hij wel eens uit zijn slof geschoten in de richting van de toezichthouder. “Een advocaat moet de boodschap van de toezichthouder vervolgens aan zijn cliënt uitleggen.” Dat vooruitzicht roept een reactie op bij een advocaat, zeker als de boodschap negatief is, onverwachts en het om grote belangen gaat. Het inleven in de andere kant is dus van belang.
De Pree vertelt dat hij zich andersom wel eens verbaasde over de vele vragen van toezichthouders bij eenvoudige concentratiezaken. “Maar dat maakte het besluit uiteindelijk beter onderbouwd – wat van pas kwam toen een derde-belanghebbende beroep instelde.”
Onafhankelijke toezichthouders
De Pree wisselt naadloos tussen van juridische naar bredere thema’s. “Die recentelijke ontwikkelingen in de Verenigde Staten- dat is snel gegaan”, begint De Pree. De onafhankelijkheid van toezichthouders komt daardoor in een ander licht te staan. De Pree, het eerste gedeelte met een lach en knipoog: “Je kunt er vast andere meningen van mij over vinden, maar ik kan me inmiddels goed vinden in een groot ZBO-status voor de ACM.” Een dergelijke status vormt een extra waarborg voor onafhankelijkheid.
Toch heeft de toezichthouder ook zelf een verantwoordelijkheid. “Als je als autoriteit te veel macht naar je toetrekt en de regels te rekkelijk interpreteert, lok je een tegenreactie uit.” Geen oordeel over de ACM, benadrukt hij – maar wel een waarschuwing die hout snijdt.
De rol van geld
De tweede ronde Chardonnay wordt geserveerd, met bittergarnituur. Op het strand steekt een bries op; binnen blijft het gesprek levendig. Het thema: financiering van civiele schadeprocedures. “Dat slaat soms door”, stelt De Pree, vooral waar financiers actief claimanten aanzetten tot het starten van een procedure. “Als iemand zelf niet het gevoel heeft schade te hebben geleden maar wel procedeert omdat hem geld is beloofd, dan klopt dat niet. Juristen zijn er niet om conflicten te creëren, maar om ze op te lossen.” Mogelijk ligt de oplossing in genuanceerdere regels over hoeveel een financier mag vragen en in welke mate hij zich met de procedure mag bemoeien – iets wat volgens De Pree stap voor stap in ontwikkeling is.
Een goed gesprek
De bitterballen zijn op, de wind is aangetrokken en de zon blijft toch achter de wolken. Maar het was zonder twijfel een goed gesprek. De Pree vertelde over de begindagen van MP – en liet zien dat die geest van samenwerking en scherpte springlevend is. MP blijft een eigenzinnig tijdschrift dat zijn eigen rol speelt in het Nederlandse mededingingsrecht. Al 25 jaar.
Wilt u het jubileum met ons vieren? Kom naar de conferentie op 15 mei 2025.
Na een opening door Marc van der Woude zijn er verschillende panels met Stephanie The, Gunnar Niels, Eddy de Smijter, Anna Gerbrandy, Frank Wijckmans en Martijn Snoep. Aanmelden kan hier.