
Staatssecretaris van Rechtsbescherming, Teun Struycken, heeft laten weten dat er geen maatregelen worden genomen tegen zogeheten baby-bv’s. Volgens hem is het aantal van deze bedrijven te gering om ingrepen in het ondernemingsrecht te rechtvaardigen. Bovendien zou een leeftijdsgrens gemakkelijk te omzeilen zijn.
Bij een baby-bv richten ouders een besloten vennootschap (bv) op en schrijven deze op naam van hun baby. De aandelen van het bedrijf komen in handen van het kind, terwijl de ouders de daadwerkelijke bedrijfsvoering beheren. Hierdoor kan belasting op schenking worden omzeild, aangezien de ouders nooit zelf de financiële voordelen hebben genoten.
In een brief aan de Tweede Kamer schrijft Struycken dat het kabinet geen reden ziet om de oprichting van bv’s voor jonge ondernemers te bemoeilijken. Hij wijst erop dat een leeftijdsgrens ook in veel andere Europese landen ontbreekt, waardoor ouders eenvoudig een buitenlandse vennootschap zouden kunnen oprichten als alternatief.
Uit cijfers blijkt dat het fenomeen baby-bv’s relatief weinig voorkomt. Op 1 januari vorig jaar waren er 117 bv’s met een minderjarige als enige aandeelhouder, waarvan 55 in handen waren van jongeren van 16 of 17 jaar. Volgens Struycken is het onzeker of deze ondernemingen daadwerkelijk tot volwassenheid worden voortgezet en blijft het fiscale risico klein.