
De zoon van een hoogbejaarde moeder met geheugenproblemen ziet er geen kwaad in dat zij hem een eerder verstrekte lening kwijtscheldt en gaat voortvarend te werk met volmachten en aktes. Maar waarom werkt de notaris hieraan mee?
Hoewel er geen diagnose van dementie is gesteld, is het duidelijk dat de moeder in deze zaak niet meer de oude is. In 2021 wordt vastgesteld dat ze lijdt aan MCI, wat staat voor Mild Cognitive Impairment. MCI hoeft geen voorbode te zijn voor dementie, maar in dit geval is het volgens de diagnose wel op het randje. De dame op leeftijd krijgt een indicatie voor beschut wonen met intensieve begeleiding en uitgebreide verzorging.
Een jaar later laat haar zoon door zijn belastingadviseurs een memo opstellen waarin zijn moeder akkoord gaat met een schenking van 182.503 euro, een bedrag dat hij eerder van zijn ouders heeft geleend. De memo wordt toegezonden aan een notaris, met de mededeling dat het niet nodig is om hierover een gesprek te hebben met moeder. Zij heeft immers de concept-memo al voor akkoord getekend.
Onderbewindstelling
Het geluk van de zoon is het ongeluk van zijn zus. De gulle gift zit haar bepaald niet lekker. Zij neemt een advocaat in de arm die de broer waarschuwt dat zijn moeder lijdt aan dementie en dat zij helemaal niet in staat is om dergelijke financiële besluiten te overzien. Namens de zus dient de advocaat een verzoekschrift tot onderbewindstelling in.
De broer trekt zich hier weinig van aan. Samen met zijn moeder gaat hij naar de notaris om daar een volmacht te tekenen waarmee hij een dag later de schenkingsakte laat passeren. De notaris schrijft hierover later dat de medewerkster van zijn kantoor geen enkel signaal heeft opgevangen dat de bejaarde dame wilsonbekwaam zou zijn. Het stappenplan om vast te stellen of er sprake is van beïnvloeding, is noch door de medewerkster, noch door de notaris gevolgd. Volgens de notaris was hier geen aanleiding toe.
Klacht
De dochter dient een klacht in tegen de notaris. Ze verwijt hem onvoldoende zorgvuldig te hebben gewaarborgd dat haar moeder haar wil op onafhankelijke wijze – zonder beïnvloeding van derden – heeft kunnen overbrengen. Er was volgens haar alle reden voor de notaris om alert te zijn. Alles is op initiatief, verzoek en regie van de broer gedaan. Hun moeder was op zijn minst in het beginstadium van dementie en de schenking in de akte betrof een ingewikkelde materie. De notaris heeft bovendien zelf de moeder nooit in persoon gezien of gesproken.
Beoordeling
De Kamer voor het Notariaat wijst erop dat het tot de kernverantwoordelijkheid van een notaris behoort om te waken voor een vrije en onafhankelijke wilsvorming van de cliënt. De notaris moet al het nodige doen om zich ervan te verzekeren dat de betrokken cliënt bij het vormen en uiten van zijn wil niet op ongewenste wijze is beïnvloed door een derde.
De notaris zegt dat hij voorafgaand aan en bij het passeren van de akte geen enkele twijfel had aan de wilsbekwaamheid van de moeder. Hij was er ook niet mee bekend was dat zij zou lijden aan dementie. Volgens de notaris kwam de bejaarde dame helder en opgewekt over en betrof het een eenvoudige akte.
Toch is de Kamer van oordeel dat de notaris onvoldoende invulling heeft gegeven aan zijn zorgplicht. Het had op de weg van de notaris had gelegen om na ontvangst van de memo van de belastingadviseurs contact op te nemen met de moeder om na te gaan of zij haar zoon inderdaad 182.503 euro wilde schenken. Het feit dat de dochter niet een gelijkwaardige bedrag ontving, was des te meer reden om alert te zijn.
Bovendien gebeurde alles op verzoek van de zoon. De conceptakte werd opgesteld aan de hand van de instructie van diens belastingadviseurs. Moeder tekende alleen de concept-memo en een volmacht. En dat laatste deed ze in het bijzijn van een medewerkster van het kantoor, niet van de notaris zelf.
De Kamer acht het daarom niet aannemelijk dat de notaris erflaatster voldoende uitgebreid heeft gesproken om zich een indruk te vormen van haar wilsbekwaamheid. In de gegeven omstandigheden had hij niet mogen afgaan op het oordeel van een van zijn medewerksters.
De Kamer vindt de maatregel van waarschuwing passend en geboden.
Kamer voor het notariaat Amsterdam, 27 maart 2025 | ECLI:NL:TNORAMS:2025:3