
Voor de zesde keer deelt Law Students for Climate Accountability (LSCA) rapportcijfers uit aan internationale advocatenkantoren voor hun rol in de klimaatcrisis. Het regent weer onvoldoendes.
LSCA ziet ook goed nieuws. Voor advocaten en rechtenstudenten die niet meer voor de fossiele industrie willen werken, is er steeds meer te kiezen. Langzaam maar zeker neemt het aantal kantoren dat klanten uit de fossiele industrie weigert toe. Maar de lijst van internationale kantoren die een groene score krijgen van LSCA steekt mager af tegen de lijst met kantoren die oranje of zelf dieprood kleuren. Ook in Nederland, dat zich met zaken als Milieudefensie tegen Shell internationaal in de kijker wist te spelen.
Lees ook: ‘Rechtszaken blijven nuttig forum voor milieuactivisten’
Sterke banden
De rechtenstudenten schijven in hun rapport: “Ondanks dat er in toenemende mate kritisch wordt gekeken naar de rol van de advocatuur in de klimaatcrisis, houden 138 Zuidaskantoren sterke banden met de fossiele brandstofindustrie. Sommige kantoren hebben grote olie- en en gasbedrijven verdedigd in belangrijke klimaatzaken, zoals Milieudefensie tegen Shell, terwijl anderen hun zakelijke klanten adviseren over nieuwe regelgeving en duurzaamheidsinformatie.”
Lees ook: Is het tijd voor de activistische advocaat?
LSCA ziet wel een verschuiving in de discussie. “Een groeiend aantal juridische professionals en organisaties in Nederland zet vraagtekens bij de ethische implicaties van deze banden. Het debat over de vraag of advocatenkantoren fossiele brandstoffen moeten blijven bedienen, wordt steeds intenser. Vooral nu de druk van klimaatrechtszaken, regelgeving, klimaatactivisten en andere milieubewuste klanten toeneemt.”
Lees ook: Grote klimaatmars op de Zuidas
NOvA
De Nederlandse Orde van Advocaten houdt zich volgens LSCA op de vlakte. “Het standpunt van de NOvA blijft onduidelijk over de kwestie. Haar traditionele standpunt is dat advocaten cliënten niet mogen weigeren op oneigenlijke gronden en dat juristen neutraal moeten blijven. Maar ze zegt ook dat de rechtspraktijk in overeenstemming moet zijn met ethische normen en maatschappelijke waarden.”
Klik hier om het volledige rapport te lezen