De oproep voor meer genderneutrale taal in wetgeving wint aan kracht, nu het ministerie van Justitie en Veiligheid heeft onderzocht hoe de wetboeken op dit gebied kunnen worden aangepast. De grootste uitdaging ligt bij termen met mannelijke achtervoegsels, zoals ‘raadsman’.
Artikel 3.8 van de Aanwijzingen voor de Regelgeving schrijft voor dat bij het opstellen van nieuwe wet- en regelgeving, waar mogelijk, sekseneutrale persoonsaanduidingen worden gebruikt. Deze richtlijn beoogt een inclusievere benadering van taal in het juridische systeem, en sluit aan bij bredere maatschappelijke discussies over genderidentiteit en inclusie.
In 2022 werd er al een inventarisatie uitgevoerd van het Burgerlijk Wetboek, waaruit bleek dat de tekst nog regelmatig termen met een mannelijke connotatie bevat. Het was nu de vraag of dit zich ook in andere wetboeken voordoet, en of diezelfde wetboeken geherformuleerd kunnen worden om meer genderneutraal te zijn.
Brede benadering
De onderzoekers kozen voor een brede benadering, waarbij termen die mogelijk een mannelijk of vrouwelijk geslacht aanduidden, onder de loep werden genomen. Van de 451 persoonsaanduidingen die in de wetboeken werden gevonden, bleken er 94 niet gender-specifiek te zijn. Voorbeelden van genderneutrale termen waren ‘gedragskundige’ en ‘getuige’. De meeste termen (334 van de 451) vallen echter onder de categorie ‘mogelijk gender-specifiek’, zoals functies als ‘advocaat’, ‘arts’ en ‘eiser’.
Er is ook een groep van 23 termen die als ‘sterk genderspecifiek’ werden geduid, zoals ‘vader’, ‘moeder’ en ‘halfbroer’, maar deze woorden verwijzen vaak expliciet naar het geslacht van de persoon en kunnen in de context niet goed worden vervangen.
Grootste uitdaging
De grootste uitdaging ligt in termen met mannelijke achtervoegsels, zoals ‘raadsman’ en ‘koopman’. De onderzoekers stelden dat de meeste van de sterk gender-specifieke termen echter wel degelijk vervangbaar zijn door neutralere alternatieven die in de wetboeken kunnen worden opgenomen. Zo kan ‘raadsman’ bijvoorbeeld worden vervangen door ‘advocaat’, ‘koopman’ door ‘handelaar’, en ‘voorman’ door ‘voorganger’. Voor sommige termen zoals ‘ombudsman’ en ‘burgemeester’ liggen de alternatieven iets gecompliceerder, maar ook hier zijn er suggesties voor neutralere opties. Het woord ‘ombudspersoon’ wordt vaak genoemd als alternatief voor ‘ombudsman’, en voor ‘burgemeester’ kunnen termen met ‘gemeente’ erin worden gebruikt.
Er is echter enige terughoudendheid bij het aanpassen van sommige termen. Bij ‘ombudsman’ bijvoorbeeld, zou een grondwetswijziging nodig zijn, wat de juridische complexiteit verhoogt. De experts benadrukken echter dat voor de meeste persoonsaanduidingen de juridische risico’s laag zijn en dat het vervangen van termen geen grote gevolgen zal hebben voor de betekenis van de wet.
Volledig genderneutraal?
Desondanks is het vrijwel onmogelijk om de wetboeken volledig genderneutraal te formuleren. Dit komt omdat de maatschappelijke opvattingen over gender in taal voortdurend veranderen en wat nu als neutraal wordt gezien, in de toekomst mogelijk als seksespecifiek kan worden ervaren. Het is wel duidelijk dat er grote stappen gezet kunnen worden om de wetboeken aanzienlijk genderneutraler te maken, vooral door het gebruik van neutralere alternatieven voor veel persoonsaanduidingen en het vermijden van generieke mannelijke voornaamwoorden.
Lees hier het volledige rapport