Het bestuurskundig bureau Pro Facto gaat op verzoek van de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) onderzoek doen naar het toezicht op de advocatuur en het klacht- en tuchtrecht. De resultaten van het onderzoek moeten richting geven aan de impasse waarin de discussie over het toezicht momenteel verkeert.
De NOvA, in navolging van het vorige kabinet, is voorstander van de oprichting van een Onafhankelijke Toezichthouder Advocatuur (OTA). Dit nieuwe instituut zou zich enkel moeten richten op het toezicht op advocaten, terwijl de behandeling van klachten tegen advocaten bij de lokale dekens zou blijven liggen. Dit voorstel heeft echter te maken met kritiek, vooral uit de Tweede Kamer, die afgelopen zomer een motie aannam waarin werd gepleit voor centralisatie van zowel toezicht als klachtbehandeling onder de OTA. Deze centralisatie zou zorgen voor meer efficiëntie en uniformiteit in de klachtbehandeling. Ook de lokale dekens steunen dit voorstel.
De NOvA is echter van mening dat de voorgestelde wijziging een fundamentele aanpassing is van het huidige ordenlandschap en de rol van de dekens. Daarom heeft de algemene raad van de NOvA besloten eerst nader onderzoek te laten uitvoeren voordat er een definitieve visie wordt gevormd. Het onderzoek zal worden geleid door Heinrich Winter, hoogleraar bestuurskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Winter was eerder verantwoordelijk voor de evaluatie van de in 2015 aangepaste Advocatenwet, die de discussie over het toezicht op de advocatuur op gang bracht.
Het onderzoek van Pro Facto wordt voor de zomer van 2025 verwacht.