De klacht tegen Gerald Roethof is ongegrond verklaard. Volgens het Hof van Discipline is niet bewezen dat Roethof degene is die informatie over een cliënt in beperkingen heeft gelekt.
De raad van discipline legde Roethof in 2024 een schorsing van zes weken op omdat hij zou hebben gepraat over een strafzaak terwijl zijn cliënt in beperkingen zat. Het bewijs hiervoor zou zijn gevonden in onderschepte Encrochatberichten.
Hieruit bleek dat contactpersonen van een verdachte kort na diens aanhouding beschikten over informatie uit het onderzoek. Volgens de officier van justitie betrof het informatie die bij niemand anders bekend was dan bij de – in beperking verblijvende – verdachte, diens raadsman, de zaaksofficier, de rechter-commissaris en de politie.
Lees ook: Gerald Roethof zes weken geschorst wegens praten over strafzaak
Contact met ‘de advocaat’
In de berichten werd onder andere uitgebreid gesproken over contact met ‘de advocaat’. De raad van discipline kwam na bespreking van diverse data en tijdstippen in de Encrochat-berichten tot de conclusie dat met voldoende zekerheid kon worden vastgesteld dat Roethof die advocaat was.
Het hof van discipline is daar echter niet zo zeker van. De cliënt kon in ieder geval tot en met het begin van de zoeking die leidde tot zijn aanhouding met anderen communiceren. De ‘gelekte informatie’ zou op dat moment al gedeeld kunnen zijn. In de berichten wordt onder meer een verkeerd geldbedrag genoemd dat bij de huiszoeking zou zijn gevonden. Toen de verdachte in aanwezigheid van Roethof werd verhoord, was de zoeking afgerond en het juiste bedrag al bekend. Ook werd pas twee uur na dat verhoor bekend dat de cliënt in beperkingen was geplaatst.
Volgens het hof staat wel vast dat Roethof met derden heeft gesproken over de proceshouding van zijn cliënt.
Oordeel van het hof
Het hof komt op grond van het voorgaande tot het oordeel dat niet met voldoende zekerheid kan worden vastgesteld dat verweerder in de periode van 4 juni 2020 (15:28 uur) tot 10 juni 2020 (14:00 uur) de beperkingen van de verdachte heeft geschonden door met derden zaaksinhoudelijke informatie over de strafzaak te delen. Onder omstandigheden kan ook het delen van informatie uit een onderzoek voorafgaand aan het opleggen van beperkingen tuchtrechtelijk verwijtbaar zijn. Het bezwaar van de deken ziet daar in dit geval echter niet op.
Hof van discipline, 10 januari 2025 | ECLI:NL:TAHVD:2025:2