Een notaris ziet na een Wwft-cliëntenonderzoek verschillende red flags opdoemen en weigert daarom een hypotheekakte te passeren. Volgens zijn cliënten voldoet hij hiermee niet aan aan zijn ministerieplicht, maar de rechtbank geeft de notaris gelijk.
De notaris kan niet goed vaststellen wie in deze transactie – die draait om de aankoop van een bedrijfspand ter waarde van meer dan een miljoen euro – de UBO (ultimate beneficial owner) van het bedrijf is. De twee opdrachtgevers voor de hypotheekakte doen schimmig over de feitelijke zeggenschap en het aandeelhouderschap van het bedrijf. De notaris vermoedt dan ook met stromannen te maken te hebben.
Faillissementsfraude
Het was namelijk iemand anders die het eerste contact heeft gelegd met de notaris en die zich ook tijdens een later gesprek nadrukkelijk met de kwestie bemoeit. Deze persoon zou een werknemer van een van de twee opdrachtgevers zijn, maar dat gelooft de notaris niet. Hij vermoedt dat deze man, die in het verleden is veroordeeld voor grootschalige faillissementsfraude, de werkelijke partij achter de transactie is.
De notaris weigert daarom de hypotheekakte te passeren. Dat kost de opdrachtgevers veel geld. Zij zijn de verkopers van het bedrijfspand nu contractuele boete van 10 procent van de koopsom schuldig, oftewel 110 duizend euro.
Ongebruikelijke transacties
Dat geld willen zij verhalen op de notaris die volgens hen niet aan zijn ministerieplicht heeft voldaan. De rechtbank Overijssel maakt echter korte metten met die eis. Op grond van artikel 5 lid 1, sub a, b en c en lid 3 Wwft mag een notaris geen transactie uitvoeren wanneer hij de uiteindelijk belanghebbende niet heeft kunnen identificeren.
Daarnaast stelt artikel 21 lid 2 Wna dat een notaris zijn diensten moet weigeren als: 1) naar zijn redelijke overtuiging of vermoeden de werkzaamheid die van hem verlangd wordt tot strijd met het recht of de openbare orde leidt, 2) wanneer zijn medewerking wordt verlangd bij handelingen die kennelijk een ongeoorloofd doel of gevolg hebben, of 3) wanneer hij andere gegronde redenen voor weigering heeft.
De notaris heeft volgens de rechtbank voldoende onderbouwd dat er sprake was van van meerdere indicatoren voor ongebruikelijke transacties. De notaris kon daarom niet anders dan zijn medewerking weigeren.
De notaris hoeft daarom niets te betalen. De cliënten daarentegen draaien op voor de proceskosten van ruim tienduizend euro.
Rechtbank Overijssel, 4 december 2024 | ECLI:NL:RBOVE:2024:6500