De toestand van de rechtsstaat staat in de belangstelling, misschien wel meer dan ooit. Staatssecretaris Teun Struycken (Rechtsbescherming) geeft antwoord op vragen over toegang tot het recht, de rechtsstatelijkheid van het kabinetsbeleid en de sociale advocatuur.
Foto: Ministerie van Veiligheid en Justitie
Als het gaat om toegang tot het recht, wat is volgens u dan de absolute basis waar mensen (burgers en niet-burgers) in Nederland op mogen rekenen? En wat doet deze regering om de rechtstaat toegankelijk te maken en te houden?
“Het recht op rechtsbijstand voor mensen met minder draagkracht is een grondrecht: art. 18 lid 2 Grondwet schrijft voor dat aan minder draagkrachtigen rechtsbijstand moet worden verleend. Mensen moeten erop kunnen vertrouwen dat ze hulp kunnen krijgen bij een juridisch probleem of geschil.
Dit is waarom het kabinet bijvoorbeeld extra investeert in de eerstelijnsvoorziening van het Juridisch Loket. Via het Juridisch Loket kunnen mensen laagdrempelig hulp vinden en goed doorverwezen worden naar de juiste hulp als deze niet juridisch van aard hoeft te zijn maar eerder sociaal-maatschappelijk. En dan is er natuurlijk de bijstand door een advocaat wanneer het op een procedure aan komt; een gratis advocaat, als wordt voldaan aan de voorwaarden van de Wet op de rechtsbijstand.”
Het huidige kabinet wordt regelmatig onrechtstatelijkheid verweten. Begrijpt u de zorgen van onder anderen de NOvA en recent hoogleraar staatsrecht Ingrid Leijten? Welke boodschap heeft u voor mensen die de rechtsstatelijkheid van het voorgenomen beleid in twijfel trekken?
“Het is altijd goed als experts kritisch kijken naar de rechtsstatelijkheid van overheidsbeleid, en overigens ook het beleid en de uitvoering van de rechtspraak. Altijd, en dus ook nu bij het regeerprogramma van het nieuwe kabinet.
Lees ook: NOvA: rechtsstatelijke ondergrens is in zicht
Dit kabinet en alle leden hebben zich bij aantreden verbonden aan de rechtsstatelijke afspraken zoals die zijn gemaakt in het Hoofdlijnenakkoord en het regeerprogramma, want die verwijzen mede naar de verklaring over rechtsstatelijk handelen van de partijen die de coalitie vormen die het kabinet steunt. Deze verklaring is nuttig, niet alleen omdat we elkaar daaraan mogen en moeten houden. Maar ook omdat de rechtsstaat steeds weer zorg en aandacht behoeft; het is niet altijd evident wat de rechtsstaat vergt en daarom is een debat erover nuttig, steeds weer.
‘Toegang tot het recht is een fundament van onze democratische rechtsstaat. Sociaal advocaten zijn deze toegang voor de meest kwetsbare mensen in onze samenleving’
Staatssecretaris Teun Struycken (Rechtsbescherming)
Het kabinet investeert bovendien in de versterking van onze rechtsstaat. 200 miljoen zetten we in om toetsing van onze grondrechten bij een constitutioneel hof mogelijk te maken, maar ook om het Juridisch Loket sterker te maken als eerstelijnsvoorziening en kwetsbare gezinnen en kinderen beter te horen en bij te staan als zij te maken krijgen met jeugdbeschermingsmaatregelen.”
De sociale advocatuur staat al jaren onder druk. In het regeerprogramma staat: Het kabinet vindt het daarnaast belangrijk om voldoende aanbod van de sociale advocatuur te houden. Op welke wijze zal hieraan vorm worden gegeven?
“Toegang tot het recht is een fundament van onze democratische rechtsstaat. Sociaal advocaten zijn deze toegang voor de meest kwetsbare mensen in onze samenleving. De beroepsgroep staat echter onder grote druk, door vergrijzing en gebrek aan aanwas. De oplossing hiervoor is niet eenvoudig, en niet alleen een kwestie van veel meer geld. Bij het vinden van een oplossing is een rol weggelegd voor veel betrokken partijen, bijvoorbeeld de overheid, de Raad voor de rechtsbijstand, de advocatuur zelf en het onderwijs.
Lees ook: NOvA mist plannen voor sociale advocatuur in regeerprogramma
Allereerst ligt er een handschoen voor de advocatuur om zelf op te pakken. Punt van aandacht is vooral de uitstroom van jonge advocaten, die na een paar jaar de sociale advocatuur verlaten. Jonge juristen werken graag in een kantoor waar voortdurende opleiding, een gedeeld ideaal en sociaal contact belangrijk worden gevonden, zo is mijn ervaring als partner in een groot advocatenkantoor. Er moet worden nagedacht over een kantoormodel of samenwerkingsvorm die bestendig en aantrekkelijk is. Daarnaast zijn de opleiding van stagiairs, ICT-voorzieningen, licenties en juridische bibliotheken ook allemaal zaken die in kantoorverband beter te organiseren zouden zijn.
Lees ook: Staatssecretaris: Commerciële advocatuur moet de sociale advocatuur een handje helpen
Maar ook in het onderwijs kan meer aandacht worden besteed aan de sociale advocatuur. Hierbij moet je denken aan de extended master sociale advocatuur die vorige week vrijdag in Tilburg is geopend, maar zeker ook aan de speciale leerstoel sociale rechtshulp die met de Raad voor de Rechtsbijstand ingesteld wordt bij de Universiteit van Amsterdam. Het curriculum voor rechtenstudenten op alle faculteiten zou ook meer oog moeten hebben voor de rechtsgebieden waarin sociaal advocaten vaak actief zijn, zoals familierecht en jeugdrecht. Daarnaast zouden studenten via gastcolleges, werk voor rechtswinkels en stages bij sociaal advocaten moeten kunnen proeven aan het mooie vak van rechtsbijstand voor kwetsbaren.
Tot slot moet er wat gebeuren met de vergoedingen van de sociale advocatuur, die moeten passen bij de gevraagde werkzaamheden. Ik wil daar wat aan doen, maar dan moet ik wel weten wat precies nodig is. Op dit moment doet Commissie van der Meer II daar onderzoek naar. Met de uitkomsten van dat onderzoek zal ik bekijken wat er op het gebied van vergoedingen nodig en mogelijk is, en op zoek gaan naar de benodigde middelen.”
U benadrukt het belang van de sociale advocatuur. Heeft u in uw verleden als advocaat zelf ook op toevoeging of pro bono gewerkt? Of wellicht op andere wijze bijgedragen aan de sociale rechtshulp?
“Zoals veel meer (commerciële) advocatenkantoren is NautaDutilh al jaren actief op pro bono basis. Het gaat dan enerzijds om klein werk voor not-for-profit instellingen, zoals nieuwe statuten voor een stichting of eenvoudige contracten. Anderzijds gaat het om gratis rechtsbijstand in complexe procedures met grote maatschappelijke belangen, in de categorie Urgenda en het Arubaans homohuwelijk.
Ik was zelf voorzitter van de pro bono commissie, en coördineerde en selecteerde de pro bono zaken die voor gratis ondersteuning in aanmerking konden komen.”