De advocaten van Uber kunnen zich warmlopen. Het bedrijf zegt desnoods naar de rechter te zullen stappen om een boete van 290 miljoen euro van tafel te krijgen. De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) legde de boete op wegens een ernstige schending van de AVG.
Volgens de AP heeft Uber meer dan twee jaar lang privacygevoelige informatie over Europese chauffeurs opgeslagen op servers in de Verenigde Staten. De gegevens werden doorgestuurd zonder gebruik te maken van een zogenaamd doorgifte-instrument. Hierdoor was de bescherming van de persoonsgegevens volgens de AP niet goed genoeg. Het ging niet alleen om accountgegevens en taxilicenties, maar ook om locatiegegevens, foto’s, betaalgegevens, identiteitsbewijzen en in sommige gevallen zelfs strafrechtelijke gegevens en medische gegevens van chauffeurs.
Lees ook: Ook rechtbank worstelt met AVG
Boeterecord
De boete is de hoogste die het AP ooit heeft opgelegd voor een overtreding van de AVG. Toch had het erger uit kunnen pakken voor Uber. De maximum boete die toezichthouders kunnen opleggen, bedraagt 4 procent van de wereldwijde jaaromzet. Uber had in 2023 een jaaromzet van ongeveer 34,5 miljard euro.
Uber heeft desalniettemin aangekondigd bezwaar aan te zullen tekenen tegen de boete, desnoods via de rechter. Tegen de NOS zegt het bedrijf dat het eerder zelf contact heeft opgenomen met de AP omdat het bedrijf de privacyregels onduidelijk vond. De AP zou toen niet hebben gezegd dat het bedrijf al in overtreding was. Inmiddels is de overtreding gestopt, zegt ook de AP.
Overigens was ook het vorige boeterecord in handen van Uber. In 2023 legde de AP al een boete van tien miljoen euro op. Ook tegen die boete heeft het bedrijf bezwaar ingediend. In 2028 kreeg Uber een boete van zeshonderdduizend euro.