Het feit dat een advocaat sinds 1 januari 2024 niet meer op het tableau is ingeschreven, maakt niet dat zij ook niet meer is onderworpen aan tuchtrechtspraak.
De cliënt van een advocaat is het niet eens met de voortvarende wijze waarop zij werkzaamheden in gang heeft gezet én in rekening heeft gebracht. De cliënt dient daarom een klacht in bij de deken. De deken stelt dat de advocaat inderdaad is overgegaan tot het opstellen van een omvangrijke dagvaarding (40 pagina’s), zonder dat zij haar cliënt vooraf heeft geïnformeerd over de slagingskansen en risico’s van deze procedure. Dit terwijl zij kennelijk van mening was dat de slagingskans klein was. Ook heeft zij niet gewacht tot zij van ARAG een formele bevestiging had ontvangen dat de cliënt ermee instemde dat zij het dossier mocht overnemen van de advocaat die zich tot dan toe over de zaak had gebogen.
Hoewel de advocaat het niet eens is met het standpunt van de deken, besluit zij uit coulance toch om de twee gewraakte facturen te crediteren.
Niet excessief gedeclareerd
De raad van discipline buigt zich in maart 2022 over de klacht. De raad komt tot de conclusie dat de advocaat zich niet schuldig heeft gemaakt aan excessief declareren. In april verzoekt de advocaat de rechtsbijstandsverzekering van haar cliënt om de eerder gecrediteerde facturen alsnog te voldoen. De rechtsbijstandsverzekering weigert dit.
De advocaat wendt zich dan tot haar cliënt en verzoekt deze de facturen te betalen. De cliënt vraagt opheldering aan de advocaat. Deze stuurt ruim een half jaar later een akte van stille cessie: de vordering zou op 23 december zijn gecedeerd aan het kantoor waarvan zij aandeelhouder is.
De cliënt dient opnieuw een klacht in bij de deken. Voordat deze klacht behandeld kan worden door de raad van discipline, wordt de advocaat op eigen verzoek geschrapt van het tableau.
Raadsbeslissing
De advocaat vindt dat het haar vrij stond om haar cliënt om betaling te verzoeken nadat de klacht door de raad ongegrond was verklaard. Ze had de declaraties uitsluitend uit coulance had gecrediteerd. Hiermee wilde zij de grond van de klacht op voorhand ongedaan maken.
De raad vindt echter dat zij zich, door alsnog betaling te vragen, niet financieel integer heeft gehandeld. Nadat de facturen waren gecrediteerd, mocht de cliënt erop vertrouwen dat zij niet alsnog een rekening zou ontvangen voor de werkzaamheden. Omdat de advocaat zich niet heeft gedragen zoals een advocaat betaamt, legt de raad haar een berisping op.
Bevoegdheid raad van discipline
De advocaat vindt dat de raad niet bevoegd is om een tuchtrechtelijk oordeel te geven, omdat zij niet meer op het tableau is ingeschreven. De raad komt tot een ander inzicht. De klacht heeft betrekking op handelen van de advocaat voordat zij op 31 december 2023 werd geschrapt van het tableau. De raad is dan ook bevoegd om een tuchtrechtelijk oordeel te geven over het in het klachtdossier aan de orde gestelde optreden.
Raad van Discipline ‘s-Hertogenbosch, 24 juni 2024 | ECLI:NL:TADRSHE:2024:83