De Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) betekent dat het opslaan en verwerken van persoonsgegevens aan banden is gelegd. Ook de rechtbank heeft daar soms hinder van, stelt de rechtbank Amsterdam.
De AVG is sinds 25 mei 2018 van toepassing in de hele Europese Unie (EU). De AVG geldt voor iedereen die persoonsgegevens verwerkt en daaronder vallen dus ook de overheid én de rechtspraak.
Lees ook: Rapport DLA Piper: totale waarde AVG-boetes vorig jaar met veertien procent gestegen
De rechtbank Amsterdam schrijft hierover in haar maatschappelijke reflectie: “In het strafrecht is het belangrijk om voldoende informatie te hebben over de verdachte om de juiste beslissing te kunnen nemen. De AVG maakt echter het delen van bepaalde gegevens moeilijk, bijvoorbeeld medische gegevens.”
Verplichte zorg niet in strafblad
Dat wreekt zich vooral als het gaat om mensen die door psychische problemen een gevaar kunnen vormen voor zichzelf of anderen. “De overheid werkt aan een nieuwe ‘Aanwijzing verplichte zorg’. In afwachting daarvan is er een tijdelijk ‘Handelingskader gegevensdeling Verplichte Zorg’ opgesteld. Daarin staat dat de machtiging van de rechter waarmee aan een persoon verplichte zorg in de ggz kan worden opgelegd, niet in het strafblad van een verdachte wordt opgenomen. Want het is een civiele en geen strafmaatregel.”
“In de praktijk kan dit betekenen dat een advocaat, het openbaar ministerie of de rechtbank in een strafprocedure niet op de hoogte zin van een eerder opgelegde zorgmachtiging. En daardoor geen kennis hebben van een mogelijke stoornis of gevaar. De vraag is of de rechtbank dan nog in staat is om de passende beslissingen te nemen.”