Hoe komt een advocaat er toe om zich met hart en ziel over te geven aan de zware criminaliteit? Bregje Bleeker verdiepte zich voor haar boek Criminaliteit voor ons soort mensen in de ondergang van advocaat Evert Hingst.
Het is een zonnig plekje ergens in Amsterdam. Zo’n plekje waar vogels luider klinken dan de overvliegende vliegtuigen en waar de geur van rozen sterker is dan die van uitlaatgassen. Een vredig plekje. Maar ook de plek waar een XTC-handelaar tegen Bleeker zei: “Ik heb nog nooit iemand vermoord. Sterker nog, ik heb nog nooit de opdracht gegeven tot een moord.” Alsof hem dat in positieve zin apart zette van de rest van de mensen. En misschien was dat in zijn wereld ook wel zo. Want dit is ook het plekje waar schrijver Bregje Bleeker zich onderdompelde in getuigenissen over de georganiseerde misdaad om de waarheid te achterhalen over het leven en de moord op advocaat Evert Hingst.
Wie was Evert Hingst?
Even in het kort. Evert Hingst was advocaat en fiscalist, maar stond al vroeg in zijn carrière bekend om zijn innige banden met zware criminelen. Hij verkeerde in kringen waarin men vaak niet oud wordt: Johnny Mieremet, Sam Klepper en Stanley Hillis. Allemaal door kogels aan hun einde gekomen. En dat lot was ook Hingst beschoren. Op 31 oktober 2005 werd Hingst voor de deur van zijn huis doodgeschoten, slechts 36 jaar oud. Hij had zich even daarvoor vrijwillig van het tableau laten schrappen nadat hij een maand had vastgezeten.
Maar Hingst was meer dan alleen een consigliere. Met een geprivilegieerde jeugd als tandartszoon in het Gooi, met hockeyfeestjes en een goede opleiding, was hij ook heel erg ‘ons soort mensen’. En juist dat is wat zijn verhaal zo fascinerend maakt voor Bleeker. Want dat contrast kent zij ook.
“Het was mijn uitgever die mij erop wees dat er best veel overeenkomsten zijn tussen mijn leven en dat van Evert. Ik ben opgegroeid in de Beethovenbuurt. Evert heeft daar gewoond en is er ook vermoord. We schelen nauwelijks in leeftijd en we hebben ook op hetzelfde moment gestudeerd. In zijn studententijd was Evert al de fiscalist van De Groep, toentertijd de grootste criminele organisatie van Nederland. En in mijn studententijd begon mijn fascinatie voor criminaliteit, onder andere door een relatie met een hasjhandelaar. Ik liep daardoor rond in een minder heftige, maar ergens toch soortgelijke wereld.”
Criminele kompanen
En die paralellen komen Bleeker goed van pas . Want waar de mensen in het Gooi en de advocatuur de gelederen vaak strak gesloten hielden: ‘Evert was een aardige man en zo wil ik hem me herinneren’, waren het de nog levende criminele kompanen van Hingst die wel bereid waren om het verhaal te vertellen. “Ik merkte dat het voor hun een opluchting is om te praten met iemand die op een bepaalde manier hun wereld van binnenuit kent. Daardoor vertelden ze me ook meer. Ik heb een andere afslag genomen, ben ambtenaar en schrijver geworden, maar tegelijkertijd begrijp ik wel waar ze het over hebben.”
Maar wie de criminele kant van Hingst lostrekt van de keurige kant, maakt een grote fout, vindt Bleeker. Want Hingst is volgens haar de verpersoonlijking van ondermijning en de opkomst van de witteboordencriminaliteit. “Er wordt heel vaak gedaan alsof Evert een uitzondering is. Maar wie ik ook spreek uit die fiscale advocatenwereld zegt: ‘Het is gewoon heel moeilijk om, als je in deze wereld werkt, niets met criminelen te maken te hebben. Het is heel moeilijk om je eraan te onttrekken.’ En dat vind ik dus heel wezenlijk aan dit verhaal.”
“We hebben een andere meetlat voor het boefje uit Zuidoost dan voor de advocaat van de Zuidas”
“Evert heeft de kans om zich met criminele zaken bezig te houden met beide handen aangegrepen. Binnen no time woonde hij boven het hoofdkwartier van grootste criminele organisatie van dat moment. Hij stortte zich echt op zijn nieuwe functie van De Groep. En, merkte ik, er was niets wat hem tegenhield. In de advocatuur keken mensen de andere kant op. Alsof het zo normaal was dat die organisatie wekelijks vergaderde in een toen heel gerenommeerd advocatenkantoor aan de Keizersgracht.”
Kleine pakkans
Bleeker noemt het opvallend dat de pakkans voor de witteboordencriminelen zo klein was. Ze is ervan overtuigd dat daarin nog niet veel is veranderd sinds de moord op Hingst, nu al weer bijna twintig jaar geleden. “Zoals een hoogleraar mij vertelde: ‘Als er een moord is gepleegd of een winkeldiefstal, dan is dat zichtbaar. Je weet: we moeten op zoek naar de moordenaar, of de dief. Maar witteboordencriminaliteit werkt andersom. Daar maak je het juist onzichtbaar, zodat het lijkt of alles goed is.’ En dan hebben advocaten ook nog geheimhoudingsplicht en verschoningsrecht.”
Ook de politie pakt witteboordencriminaliteit anders aan dan een winkeldief. Bleeker: Een rechercheur vertelde mij dat ze zeker in de tijd van Hingst, maar nu nog steeds, wel tien keer nadachten voor ze achter een advocaat aangingen. Er werd letterlijk gezegd: ‘We hebben een andere meetlat voor het boefje uit Zuidoost dan voor een advocaat van de Zuidas.’ Want ze weten ook wel wat er op ze afkomt als ze aan zo’n onderzoek beginnen.”
Bio-industrie
En de wereld wil het eigenlijk ook niet weten, stelt Bleeker. “Als de criminelen op ons lijken, dan komt het te dichtbij. We willen allemaal dat iemand als Taghi wordt opgepakt. Dan hebben we een boef gepakt, die er ook uit ziet als een boef, en zijn we allemaal gerustgesteld. Ik vergelijk het met dieren. Als er een zielig paard in een weitje staat, dan haalt de redding daarvan de krant en vinden we dat allemaal enorm zielig. Maar we negeren de bio-industrie. En dat is precies wat hier ook gebeurt. We zien de uitzonderingen en daar duiken we bovenop, maar er zijn duizenden fiscalisten die het systeem in stand houden waarmee geld kan worden witgewassen. Niet per se door er zelf actief aan mee te werken, maar wel door weg te kijken of door er tegenaan te schuren. Want een advocaat redeneert dat iets pas echt is, als het is bewezen.”
‘Mijn vrijheid of mijn leven’
Waarom een advocaat, die toch ook met bonafide handelen wel een goed belegde boterham kan verdienen, ervoor kiest om de criminaliteit in te gaan, is volgens Bleeker ook te verklaren doordat het simpelweg spannend is. Ze citeert Mink Kok, beroemde crimineel en ooit een mentor voor Hingst. Bleeker bracht een week met hem door in Beirut om zijn herinneringen aan Evert Hingst en De Groep op te tekenen. “Hij zei: ‘Bregje, er moet altijd iets van afhangen. Mijn vrijheid of mijn leven’.”
Het bleken profetische woorden. Hingst betaalde met zijn leven en Kok met zijn vrijheid. Hij werd niet lang na het interview met Bleeker opgepakt en ‘zit binnen’.
Criminaliteit voor ons soort mensen
Uitgeverij Atlas Contact
Bregje Bleeker
ISBN: 9789045047010
Wil je Bregje Bleeker uitnodigen voor een lezing? Neem contact op via de Schrijverscentrale