In Nederland is het vooralsnog niet mogelijk om met kapitaal deel te nemen in advocatenkantoren. Wellicht komt daar binnenkort verandering in als het Europese Hof van Justitie bevestigend antwoord geeft op een prejudiciële vraag.
Het Europese Hof van Justitie behandelt vandaag een zaak waarin het gaat om de prejudiciële vraag of het Duitse verbod voor niet-advocaten om aandelen of een andere vorm van kapitaalparticipatie te hebben in een advocatenkantoor strijdig is met het vrij verkeer van kapitaal. De uitspraak kan ook grote gevolgen hebben voor Nederlandse advocatenkantoren. Immers, in Nederland mogen niet-advocaten geen kapitaaldeelneming hebben in advocatenkantoren.
Onno Hennis, advocaat ondernemingsrecht bij AMS Advocaten, berichtte over de rechtszaak op LinkedIn. ”Als het Europese Hof de vraag bevestigend beantwoordt, zet dat de deur open voor externe kapitaalverschaffers binnen de Nederlandse advocatuur. Want ook hier te lande zijn kapitaaldeelnemingen door derden in advocatenkantoren in principe niet toegestaan (art. 5.7 en 5.8 VODA).”
Openbreken van de advocatuur
In Engeland zijn er al advocatenkantoren die beursgenoteerd zijn, zoals DWF Group. Daarnaast is advocatenkantoor Fletcher Solicitors eigendom van private equity investeerder Sun Capital. ”De zaak bij het Europese Hof gaat om de schrapping van Halmer Rechtsanwaltsgesellschaft van het tableau, omdat haar oprichter Dr. Daniel Halmer in 2021 51% van de aandelen in zijn kantoor verkocht aan investeringsvehikel SIVE Beratung und Beteiligung GmbH. De verkoop was in strijd met de Duitse regels. In het beroep heeft Halmer zich echter op het standpunt gesteld dat die regels strijdig zijn met de Europese regels omtrent het vrij verkeer van kapitaal en vestiging en dat daarvoor geen rechtvaardiging bestaat in de zin van de Dienstenrichtlijn”, vertelt Hennis.
”Er is al langer discussie of binnen de advocatuur ruimte moet zijn voor alternatieve bedrijfsstructuren”, schrijft Onno Hennis. ”Het idee is dat een openbreking van de beroepsgroep de toegang tot het recht zou vergroten en tot een grotere diversiteit aan juridische dienstverlening zou leiden. Dat zou met name voor de consument een verbetering zijn. Ook zullen innovaties (bijvoorbeeld op het gebied van AI) bij nieuwe praktijkmodellen sneller en makkelijker kunnen plaatsvinden, zo is de gedachte.”
Afgelopen jaar publiceerden hoogleraar Christiaan Stokkermans en universitair hoofddocent Annie de Roo in opdracht van het WODC en het ministerie van Justitie en Veiligheid over de zogeheten alternatieve bedrijfsstructuren voor advocaten (‘Alternatieve bedrijfsstructuren voor advocaten‘). Volgens de onderzoekers zou het openbreken van de Nederlandse advocatuur kansen bieden aan zowel consumenten als advocaten.