De huidige wetgeving rond uitzendwerk is niet in lijn met de recente uitspraken van het Hof van Justitie van de Europese Unie, volgens landsadvocaat Reimer Veldhuis. Veldhuis heeft dit advies verstrekt aan demissionair minister Karien van Gennip. Dat meldt het FD.
Afgelopen woensdag heeft demissionair minister Karien van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) het advies aan de Tweede Kamer verstuurd. Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft in twee zaken uitspraak gedaan over hoe de zogeheten uitzendrichtlijn moet worden geïnterpreteerd. Volgens de landsadvocaat laat het Hof veel ruimte voor de inzet van uitzendkrachten. Werkgevers mogen deze uitzendkrachten dus ook inzetten bij permanent werk en niet alleen bij bijvoorbeeld uitval van reguliere werknemers bij ziekte.
Lidstaten zijn echter wel verplicht om het tijdelijke karakter van uitzendwerk te waarborgen. De landsadvocaat vindt dat het beter kan in Nederland. Momenteel is wel geregeld dat uitzendkrachten na bepaalde tijd in dienst moeten treden van het uitzendbureau, maar niet wanneer ze in dienst moeten treden bij het bedrijf waar ze de klus daadwerkelijk verrichten. De landsadvocaat adviseert dat dit kan met een norm voor maximale uitzendduur.