De Legal Counsel Award gaat dit jaar naar de Rotterdamse haven. General counsel Margreet Poot krijgt de Gouden Zandloper voor de vernieuwende benadering van haar vak.
“De impact van het havengebied op de werkgelegenheid en de economie is enorm”, vertelt general counsel Margreet Poot (41) van het Havenbedrijf Rotterdam. Als ze vertelt over de reikwijdte van haar werk voor de grootste haven van Europa, en de enorme economische impact ervan in Nederland en erbuiten, is ze niet te stoppen. Zo mogelijk nog enthousiaster is ze over de grote rol die de haven heeft in de verduurzaming en digitalisering van het havengebied.
Voor vernieuwer Poot is dat zo mogelijk nog interessanter: “Traditioneel gezien ontwikkelen en verhuren we grond voor bedrijven en wikkelen we de scheepvaart veilig af, maar inmiddels spelen we ook een belangrijke rol in de vernieuwing en verduurzaming van de haven en de industrie.”
Om aan die opdracht te kunnen meewerken, moest Poot vanaf dag één (ze startte in 2019) de prioriteiten voor haar juridische team aanscherpen. Logisch: met twee publieke aandeelhouders, die het maatschappelijk belang dienen, komen er ook juridisch diverse en complexe vraagstukken op tafel. “Onze aandeelhouders zijn de gemeente Rotterdam en de Nederlandse Staat. We willen als land minder CO2-uitstoot en wij willen als haven echt een flinke bijdrage leveren aan het behalen van die doelstellingen. Dat betekent een transformatie van dit gebied en het ontwikkelen van een nieuw energiesysteem. We zijn van oudsher een energiehaven met een grote rol voor steenkool, olie en vloeibaar gas. Nu gaan we over op hernieuwbare energie. Daarvoor moeten we een heel andere infrastructuur ontwikkelen, bijvoorbeeld voor waterstof. Ook willen we het mogelijk maken voor de scheepvaart om te varen op duurzame brandstoffen. De vraag is wat voor nieuwe bedrijven we willen aantrekken en hoe we bestaande bedrijven helpen bij die transitie, om zo straks een duurzame haven te zijn. Denk aan Shell: als ze hier waterstof gaan produceren, wordt dat een heel ander bedrijf, met andere behoeften in de haven.”
CO2-opslag in de Noordzee
Poot beschrijft ambitieuze duurzame doelstellingen voor de haven, haar werkgever, maar in hoeverre hebben haar twaalf directe collega’s in het juridische team daarmee te maken? Als corporate legal afdeling zitten ze er middenin, vertelt Poot, omdat telkens bij nieuwe duurzaamheidsprojecten ook de vraag wordt gesteld hoe een en ander juridisch goed te organiseren valt. “Alles hierin is nieuw; de projecten zelf, maar ook de relevante wetgeving, waaronder de maatregelen om klimaatdoelen in 2030 te behalen, zijn nog in beweging.”
Ze verwijst als voorbeeld naar het Porthos-project, waarin het Havenbedrijf samenwerkt met de Gasunie en Energiebeheer Nederland. Samen willen ze CO2-uitstoot van bedrijven in de haven via pijpleidingen naar een leeg gasveld in de Noordzee brengen, om het daar op te slaan. Daar zijn vanaf het begin ook haar collega’s bij betrokken: “Hoe geven we die samenwerking vorm, wat voor contracten met klanten zijn daarvoor nodig, welke vergunning horen daarbij? Daar ligt niks voor op de plank.” Niet alleen bij het organiseren van die samenwerking, maar ook als het niet helemaal volgens plan verloopt, is er actie nodig van de juristen. “Bij de aanleg van die pijpleidingen komt stikstof vrij. Het project maakte daarvoor gebruik van de bouwvrijstelling, maar een milieuorganisatie heeft dat aangevochten bij de Raad van State. Die heeft de bouwvrijstelling ongeldig verklaard en buigt zich nu over het effect van de stikstofuitstoot van de bouw op de natuur om te beoordelen of er toch een vergunning nodig is.” In zo’n dossier gaat het om meer dan de juridische beoordeling van de zaak, vertelt Poot. “We willen zo min mogelijk vertraging voor het project, want het is noodzakelijk voor Nederland om de klimaatdoelstellingen in 2030 te halen. Kunnen we bijvoorbeeld al aanbestedingen opstarten en contracten aangaan met leveranciers voor de aanleg van de pijpleiding, voordat de vergunning er is? Daarover overleggen we dan ook met de Staat, want ook voor hen is het van groot belang dat Porthos er komt.”
Nieuwe vraagstukken
Met de toename van dit soort nieuwe vraagstukken, ontstond de vraag waar de vaste collega’s uit Poots team zich op moeten focussen. Dat zijn juist de zaken die gaan over vernieuwing, geeft Poot aan, die zelf ook een rol speelt in de besluitvorming op directieniveau, vanuit haar rol als corporate secretary. Dat werd onderdeel van haar functie, toen ze een jaar werkzaam was als general counsel. De directie vroeg haar om de rol van corporate secretary op te pakken toen het secretariaat werd toegevoegd aan de directie. Daarmee had ze een door veel collega-bedrijfsjuristen felbegeerde plaats in de directie. Elke bedrijfsjurist die daar nog niet zit, zal jaloers kijken naar die positie, want daar hoort legal volgens vrijwel elke counsel te zitten. Hoe kreeg ze dit voor elkaar?
“Toen ik hier in 2019 begon, was ik hoofd van het juridisch team en zaten we nog niet in het directieteam. De juristen vonden dat wel belangrijk, ik ook trouwens. Nou ja, dan kun je het gaan vragen, of je kunt gewoon bewijzen dat het iets toevoegt als de general counsel in de directie zit. En dan komt de vraag vanzelf.”
Dat laatste is gebeurd, vertelt ze nuchter. Voor general counsel die nog geen plek aan de directietafel hebben, heeft ze wel een praktisch advies: “Pak je rol en doe het gewoon, ook als je niet in de directie zit. Ik zag dossiers die ik met de CEO wilde bespreken, zodat hij ook onze blik op de mogelijke aanvliegroutes kende. Ik gaf daarbij aan met welke risico’s hij rekening moest houden en hoe wij dachten dat we het zouden kunnen oplossen. Door mee te gaan praten over de dossiers die van strategisch belang zijn, merkte de directie dat het nuttig was als wij al vroeg in de projecten meedenken. Juristen kunnen goed analyseren en zijn creatief. We willen als team altijd meewerken vanuit een positieve insteek, dus ‘hoe kunnen we het doen en hoe zouden we het willen’. Dat heb ik als advocaat bij De Brauw wel geleerd, klantgericht denken, meedenken, dingen mogelijk maken. Ook als je als jurist op de rem trapt, kun je meedenken en aangeven hoe het anders zou kunnen. Ik zeg alleen ‘nee’ als het echt nodig is.”
Niet over één nacht ijs
Ondanks haar band met De Brauw heeft Poot in de periode dat zij de scepter zwaait als general counsel afscheid genomen van haar oude kantoor als huisadvocaat van het Havenbedrijf. Voor Poot is dat een zakelijke beslissing geweest, waarbij ze bepaald niet over één nacht ijs is gegaan. Ze beschrijft dat er in totaal zeker veertig juristen bij het Havenbedrijf werken, niet alleen op haar corporate juridische afdeling, maar ook bij de afdelingen die gaan over inkoop, het beleid van de havenmeester en de grondcontracten.
“Gezamenlijk hebben we gekeken waar we ons geld aan besteden, als het gaat om juridische diensten, en daarna hebben we een aanbesteding uitgeschreven.” Ze vertelt dat bij de aanbesteding goed is gekeken naar het soort zaken dat ze zelf willen doen, en welke ze willen uitbesteden.
Efficiënt uitbesteden
“Van oudsher hadden we veel eigen mensen op contract- en aansprakelijkheidsrecht zitten. Maar als je met verduurzaming en innovatie aan de slag gaat, heb je juridische kennis nodig over energiebeleid, klimaat en de verschillende samenwerkingsvormen daarin, maar ook over onderwerpen als data en privacy. De schades bleken we bijvoorbeeld te kunnen uitbesteden aan een dienstverlener die daar op no cure no pay-basis aan werkt.”
Om het overige werk efficiënt uit te besteden, hebben Poot en haar collega’s het werk gesplitst in zaken die een fullservicekantoor kan doen, en zaken die zo specialistisch zijn dat ze daar een nichekantoor voor nodig hebben. “En daarbij gaat het niet alleen om de kosten en de kwaliteit van een advocatenkantoor, maar hebben we ook expliciet gevraagd naar een aantal extra’s.” Met die extra’s die ze van haar vaste advocaten kantoren verwacht, doelt Poot op opleidingsmogelijkheden, het bij houden van actuele ontwikkelingen en de vraag of ze kunnen meedenken bij het maken van beleid. “Dan moet je bijvoorbeeld denken aan de manier waarop wij ESG-doelen in onze bedrijfsprocessen kunnen opnemen. Hoe kunnen we met bedrijven in de haven praten over duurzaamheid, welke mogelijkheden bieden de contracten die we met ze hebben, wat is het gevolg van de uitspraken in klimaatzaken, hoe zorg je dat je duurzaam inkoopt? Als we daar goed beleid in kunnen maken, kunnen we samen met onze klanten en leveranciers zorgen dat we maatschappelijk verantwoord werken. Ook daarvoor kan ik terecht bij de advocaten waar we mee werken.”
Specialistische rol
Poot is tevreden over de advocatenkantoren die ze inschakelen en ervaart dat er echt met de organisatie meegedacht wordt. “Als wij goed inzicht geven in waar we mee bezig zijn, kunnen zij ook echt meedenken. Ik zie het als samen werken, je maakt elkaar beter.” Ze noemt een voorbeeld van een specialistische rol van een kantoor dat ze recent inschakelde bij het bestrijden van criminaliteit in de haven, want ook dat is een onderwerp dat bij de juristen van het Havenbedrijf op het bureau komt te liggen. “Om de problemen met drugs criminaliteit in het havengebied beter te bestrijden, hebben we recent een camera netwerk aangelegd. Wij gaan niet over de opsporing of vervolging natuurlijk, maar we leveren de infrastructuur en daarbij werken we samen met de gemeente, de douane en zeehavenpolitie. Vanuit juridisch oogpunt willen we goed nadenken hoe je die beelden uitleest, wie dat mag inzien, wie er verantwoordelijk voor is. We willen ook de privacyregels goed waarborgen. Om dat goed vorm te geven, hebben we een advocatenkantoor om advies gevraagd.”
Haar werk in de advocatuur heeft ze ontzettend leuk gevonden, vertelt Poot. “Ik kijk met plezier terug op dossiers waar ik bij betrokken was, bijvoorbeeld tijdens de bankencrisis. Dat stond de dag erna in het Financieele Dagblad. Je leert heel scherp analyseren en adviseren, daar heb ik veel aan. Ik waardeer nu nog meer wat ik in die tijd heb geleerd. Wat ik niet mis, zijn de momenten dat ik om vier uur ’s nachts op de fiets naar huis zat, na een meer dan intensieve werkdag. De diversiteit is in het bedrijfsleven ook zoveel groter, daar blijft de advocatuur nog altijd in achter. Ik heb wel geleerd dat een bedrijf leiden echt een vak is, dat kan in de advocatuur wel beter.”
Overstap
Advocaten of andere juristen die twijfelen over een overstap naar het bedrijfsleven, kan Poot alleen maar aanmoedigen. Enthousiast vertelt ze over de afwisseling in haar werk: “Juist dat er zoveel juridische terreinen aan de orde zijn, maakt dit werk zo interessant. Bovendien is de uitvoering hier in de haven heel concreet. Maar ook het businessperspectief dat erbij komt, is echt extreem interessant.” Poots interesse lag daar al voordat ze overstapte naar het bedrijfsleven, bij De Brauw volgde zij opleidingen strategie en management aan INSEAD en de Rotterdam School of Management. Dat soort trainingen kan ze advocaten zeker aanbevelen: “Als advocaat is het erg handig als je weet hoe grote bedrijven werken.”
Als vernieuwende juridisch leidinggevende en corporate secretary is voor Poot het werk nooit klaar. Om dat enigszins te relativeren helpt een regelmatig bezoek aan de sportschool, maar misschien is het plezier waarmee ze werkt nog wel belangrijker, zegt ze. “Het werk moet ook gewoon leuk zijn, we moeten ook kunnen lachen met elkaar. Ik weet inmiddels dat aan elk dossier een eind komt, ook aan de moeilijkste dossiers. We blijven er samen aan werken, dan komt die oplossing er echt wel.” Het succes van haar team zit wat haar betreft dan ook niet in die ene grote of geruchtmakende zaak die ze afronden, als wel in de samenwerking. “Als we het als team goed doen, dat ingewikkelde dossier een stapje verder brengen, dan ben ik daar trots op.”
Dit artikel is gepubliceerd in het nieuwe Advocatie Magazine. Klik op de cover om het magazine te openen of ga naar de Magazine-pagina. Hier kunt u ook een gratis abonnement aanvragen.