Advocatie-columnist Jaap Baar loopt al tien jaar mee als advocaat en schat dat hij inmiddels minimaal 727 keer zijn toga heeft aangetrokken. ‘De kleurrijke figuren, de bijzondere zaken en soms ronduit bizarre situaties, dragen eraan bij dat ik nog wel een jaar of veertig door wil.’
27 februari 2023 was ik tien jaar advocaat. Ik probeerde mij die dag tijdens een autorit onderweg naar de rechtbank Haarlem (voor een zaak over, toepasselijk genoeg, een in beslag genomen hond) te herinneren waar mijn eerste zitting over ging.
Ik weet bijna zeker dat het één of twee dagen na mijn beëdiging moet zijn geweest en dat het óf ging om een bestuursrechtzaak over de invordering van een dwangsom – waar het ingestelde beroep niet-ontvankelijk werd verklaard – of om een supersnelrechtzitting. Wat voor soort feit bij laatstgenoemde aan de orde was, weet ik niet meer. Eén van deze twee zaken moet in ieder geval de eerste zijn geweest.
Zittingen turven
Tijdens een betrekkelijk saaie en lange digitale bijeenkomst een dag of wat later bladerde ik eens terug in mijn digitale agenda. Het systeem waar wij op kantoor mee werken, werd ook op mijn vorige kantoor al gebruikt. Omdat mijn account is overgezet, kon ik ook in mijn agenda terug – helemaal tot april 2013, het moment dat we dat systeem in gebruik namen. Op de maand maart 2013 na, kan ik dus alle zittingen in mijn agenda terugvinden.
Voornoemde bespreking was dermate lang dat ik maar eens ben gaan turven. Ik kwam tot 725 zittingen. Tel de twee eerste zittingen daarbij op en ik kom op 727 zittingen. Dat moet het minimum zijn. Voorgeleidingen en snelrechtzittingen stonden niet altijd in mijn agenda. Getuigenverhoren heb ik niet meegeteld.
Cliënt met aambeien
727 zittingen, over van alles en nog wat, en zeker niet allemaal even interessant. Sommige zaken kan ik mij totaal niet meer herinneren, ook niet na het lezen van de dossiernaam in mijn agenda. Andere zaken staan in mijn geheugen gegrift of gingen mij weer dagen. Ik herinner mij de cliënt die om 9.00 uur in de ochtend met bloeddoorlopen ogen en een alcoholwalm om zich heen waar je u tegen zegt, de rechtbank in kwam wandelen voor een zitting over de inhouding van zijn rijbewijs. U mag raden waarom het rijbewijs was ingevorderd.
Of de zaak van de cliënt die mij en de (toen nog) juridisch medewerker die ik mee had genomen naar de zitting, een ferme handdruk gaf bij binnenkomst. De zaak liep vervolgens dusdanig uit, dat we geruime tijd op een bankje voor de zittingszaal zaten. Cliënt schoof daarbij de hele tijd heen en weer. Toen ik hem vroeg waarom, vertelde hij ontzettend last te hebben van aambeien. Om die reden had hij, onderweg naar de zitting, al een hele tube zalf opgesmeerd in het toilet van de trein.
Mijn collega en ik wisten niet hoe snel wij ons naar het toilet moesten haasten om de handen grondig te schrobben. Tijdens de zitting lichtte hij zijn medische problematiek overigens uitgebreid toe en hij liet dat ook graag aan de rechtbank zien, te beginnen met het uittrekken van zijn shirt om zijn huidaandoeningen te tonen. Gelukkig kapte de voorzitter hem daar direct af.
Honderden schapen en koeien
De hoeveelheid dieren waar ik in de zittingszaal over heb gesteggeld, ligt nog hoger dan het aantal zittingen. Zaken over koppels van driehonderd schapen of tweehonderd koeien, maar ook over honden, geiten, konijnen, ganzen, stokstaartjes, slangen, vogels van allerlei pluimage, wandelende takken en zelfs kakkerlakken.
Of de zaak waarin een vijftigtal cavia’s in beslag was genomen en waar de rechtbank, na een succesvol klaagschrift, teruggave gelaste. Op de dag van de teruggave belde cliënt mij in paniek op. Hij kreeg geen vijftig cavia’s terug, maar negentig. Tijdens het transport van de plek van inbeslagname naar de opvang, had men verzuimd de mannetjes en vrouwtjes te scheiden. Veel tijd hebben die knaagdieren niet nodig.
Ook de zaak van de cliënt die werd vervolgd voor het overtreden van het algehele verbod op het houden van primaten, zal ik niet snel vergeten. Toen de politie aanbelde, deed cliënt de deur open met één aap op de schouder, in de woonkamer zat een tweede.
Mooiste beroep ter wereld
Als ik zo door mijn agenda blader, kan ik een glimlach – of beter: een grote grijns – niet onderdrukken. Er zijn vele redenen waarom ik na tien jaar nog steeds vind dat ik het mooiste beroep van de wereld heb. Dat je voor cliënten echt het verschil kan maken, dat je een hoeder van de rechtsstaat bent, dat je je kunt verdiepen en zelfs verliezen in wet- en jurisprudentie. Maar zeker ook de kleurrijke figuren, de bijzondere zaken en soms ronduit bizarre situaties, dragen eraan bij dat ik nog wel een jaar of veertig door wil. Nog een paar duizend zittingen te gaan dus en ongetwijfeld nog honderden bijzondere, ontroerende en grappige ervaringen.
Ik kijk naar mijn toga, die ik inmiddels dus minimaal 727 keer heb aangetrokken en evenzo vaak weer heb terug gepropt in mijn toga-tasje. Ik heb besloten mijzelf een nieuwe cadeau te doen.