Het Engelse Pinsent Masons heeft voet gezet aan Nederlandse grond. De vestiging Amsterdam groeit snel. Hoe vergaat het de advocaten die hier aan de slag zijn gegaan?
Foto’s: Roel Dijkstra Fotografie
Een maandagochtend in een strak gerenoveerd kantoorpand aan de Amstel. Zes advocaten komen via een groot scherm de vergaderzaal binnen waar vijf collega’s samen aan een grote tafel zitten. State-of-the-art-techniek, goed geluid: het hybride vergadermodel is er om nooit meer weg te gaan. De Amsterdamse vestiging van het Britse Pinsent Masons zet met een groep ervaren advocaten en een stel jongere collega’s hun schouders onder een tech- en life sciences-praktijk. Om mee te beginnen. Want al snel wil het kantoor full service-diensten leveren.
In het maandagochtendoverleg gaat het over werkzaken, maar ook is te horen dat het kantoor eigenlijk een start-up is. Zo moet er een werkvisum geregeld worden voor een Engelse collega die naar Nederland komt, ‘een heleboel papierwerk na de Brexit’. Verder wordt er een in-house dag voor studenten voorbereid – ‘Wat voor originele goodies zullen we regelen?’ – en hebben de collega’s het over potentiële nieuwe cliënten. Juist in de sectoren tech en life sciences zijn dat vaak scale-ups en start-ups, die meestal geen budget hebben gereserveerd voor het inhuren van advocaten.
Geen punt, zegt partner en head of office Amsterdam Wouter Seinen (foto boven) tegen zijn collega’s: “We moeten juist samenwerken met bedrijven die in hun sector aan de voorkant van de ontwikkelingen staan. Daarom heb ik pas nog gesproken met een 3D-marktplaats voor NFT’s, om te snappen wat ze doen. Interessant voor ons, ook als ze niet de nieuwe Google zijn.”
Dat je dan niet gelijk een rekening stuurt, spreekt voor zich, daar is de verzamelde vergadering het wel over eens. Seinen: “Je moet ook snel advies kunnen geven, iemand gewoon even helpen. Soms is een telefoongesprek van twintig minuten goed genoeg voor een cliënt en spaar je zo de tijd en kosten uit van een diepgaande schriftelijke analyse.”
Als ervaren advocaat kun je dat ook wel doen, vertelt Seinen nog, dan durf je ook wat meer uit de losse pols te adviseren. “In eerste instantie leer je als advocaat je rug te dekken, dan hoor je dat je cliënt je ergste vijand is. Nu zeg ik vaak: ‘Op basis van wat ik nu hoor, kan ik je dit wel adviseren.’ Ze willen geen grote epistels die eindigen met de mededeling dat alles afhangt van de omstandigheden van het geval.”
De vergadering eindigt met een advies aan de PA’s, want die hebben de neiging te hard te werken. Seinen vraagt of ze daarvoor willen waken en licht dat toe: “Als ze het te druk krijgen, moeten de advocaten niet te beroerd zijn om het werk zelf te doen.”
Internationale diensten
Na het ochtendoverleg vertellen Seinen en Alexander Spoor (42) over het ontstaan van het kantoor. Ze werkten allebei bij Baker McKenzie en hadden weleens een headhunter aan de lijn gehad, maar dit gesprek was anders, vertelt Seinen: “Pinsent Masons zit diep in de life sciences- en techsector en heeft het kantoor ook ingericht op die sectoren. Ze willen echt investeren in een meaningfull presence in Nederland. Alle vestigingen zijn onderdeel van een internationaal kantoor, en ze zijn hier niet gekomen om alleen maar Londens werk neer te zetten. Voorlopig gaat de kost voor de baat uit, want we blijven nieuwe mensen aannemen. We willen cliënten aan ons binden die echt iets aan ons hebben, en aan de kantoorgenoten wereldwijd, aan onze internationale diensten.”
Spoor, die tegelijkertijd met Seinen startte: “Pinsent Masons volgt haar klanten, dus het kantoor hoeft niet overal te zitten, maar kijkt waar klanten investeren. In ons eerste jaar hebben we een kantoor met 25 advocaten en medewerkers opgezet. We hadden direct al experts kunnen zoeken in banking, finance, infrastructuur en energie, maar dan laat je je leiden door de waan van de dag. We hebben eerst gekozen voor tech en life sciences, en gaan nu andere services opzetten.”
Seinen: “We hebben nu vooral corporate M&A mensen nodig, want je moet met een overname en herstructurering kunnen helpen. Juist in die wereld zitten veel ‘mannetjes’ – want die transacties zijn heilig –, maar wij zoeken echt mensen die goed willen en kunnen samenwerken.”
Eigen netwerken
De nieuwe collega’s komen veelal uit de eigen netwerken van de advocaten. Ze komen voor de leuke locatie, aan de Amstel, en voor het avontuur, het idee dat je je steentje kunt bijdragen aan het opzetten van een eigen kantoor. Seinen: “Het is heel ondernemend werken, de waardering en voldoening zijn daardoor ook groter. We spreken veel mensen die meer autonomie willen en die weg willen uit de structuur van een groot kantoor. Ja, dan is het wel aan ons om dat sprankelende overeind te houden.”
Seinen vergelijkt zijn functie met die van een franchisenemer van een restaurant: “Ik kan leunen op merk, logo en kennismanagement, net als bij een restaurantketen. Maar vervolgens moet je wel de leuke mensen hebben en een goede kok, want alleen met de menukaart red je het niet.”
Spoor voorziet dat de strijd om talent alleen maar heviger wordt. Het kantoor is zo ingericht dat niemand een vaste eigen werkplek heeft. “Het kostte me een week om daaraan te wennen, maar nu vind ik het heerlijk om door elkaar te zitten en te zien hoe we oplossingen kunnen bedenken, hoe we samenwerken. Ook als we uitbreiden wil ik zo lang mogelijk één vloer houden, in plaats van meerdere verdiepingen.”
Seinen vertelt dat dat ook iets zegt over de open cultuur: “Daar hoort de ambitie bij om echt eerlijk te zijn. Ik wil het vaker horen als het niet goed is, dat iedereen het normaal vindt om zich dan uit te spreken. En dan zonder dat het een aanval is op jou persoonlijk. Dat proberen we echt te cultiveren.”
Life sciences
De Amsterdamse advocaten van Pinsent Masons hadden een vliegende start, omdat een aantal kantoorcliënten uit het Verenigd Koninkrijk ook in Nederland werkt. Seinen: “Een grote farmaceut, een cosmeticamerk, een levensmiddelenbedrijf en andere grote multinationals waar we op groepsniveau zitten, kunnen ons nu ook inschakelen omdat we daar op een lijstje staan.”
En bij het aantrekken van nieuwe collega’s komt er wellicht ook werk mee. Zo werd met trots het aantrekken van life sciences-partner Judith Krens (47) aangekondigd, die recent met een paar collega’s overstapte van Taylor Wessing. Krens, die samen met Machteld Hiemstra (50) aanschuift tijdens het gesprek, vertelt waarom ze deze stap heeft gezet. “Ten eerste voor de industriefocus. Life sciences staat hier bovenaan, maar minstens zo belangrijk vind ik de sfeer, er wordt echt samengewerkt. Dit is geen kantoor van ego’s en mannen op de apenrots.”
Seinen vult aan dat Pinsent Masons ook niet als doel heeft om bij de meest winstgevende kantoren van de wereld te horen. “Het doel is niet zoveel mogelijk geld verdienen, maar met betrokken en slim advies bedrijven beter laten werken voor mensen. Dat zal elk bedrijf natuurlijk zeggen, en we hebben echt niet de wijsheid in pacht, maar we werken graag voor bedrijven die ook transformeren, die willen veranderen. Klanten vragen daar ook naar, hoe zorgen we dat we voorbereid zijn?”
Patentadvocaat András Kupecz (42) was eerder die ochtend al online aanwezig, en is nu ook weer ingebeld. “Ons doel is niet om geen winst te maken, maar de visie is dat we dit doen voor een langere periode,” zo vult hij Seinen aan. “De winst volgt wel als je blijft investeren in goede mensen voor de langere termijn.”
Krens weet dat meer kantoren zeggen dat ze een industriefocus hebben, maar, stelt ze: “Pinsent Masons is daar ver in, het kantoor is niet ingedeeld op juridische achtergrond, maar op sectoren. Ik profileer me al jaren vooral op het gebied van life sciences en dat gebeurt hier ook al vanaf junior niveau.” Kupecz: “Voor mij is het belangrijk dat hier ook mensen uit de sector zitten. We hebben in Judith Krens en Stephanie de Beer scheikundigen, ik heb moleculaire biologie gestudeerd, Machteld komt van AkzoNobel. Je moet de sector zijn, dat is hier echt zo.”
Krens vertelt wat ze doet, als octrooiadvocaat. “Ik ken de octrooiportefeuille, weet wat ze in de pipeline hebben en hoe ze zich goed kunnen positioneren. Is het nuttig om je octrooi te handhaven, welke landen zijn aantrekkelijk om te procederen? Het hangt steeds van de klant af: hoe groot is hun marktaandeel, waar willen ze groeien, waar staan hun fabrieken, hoe is hun distributiekanaal? Dat leidt uiteindelijk tot een keuze om te procederen over de geldigheid van octrooien.”
Ze verwijst naar de fundamentele discussies die gevoerd worden over octrooien: “Een octrooi is een incentive om te investeren, risico’s te nemen en dingen te ontwikkelen, dat is noodzakelijk. Natuurlijk bespreek je de impact van een actie, ook op de publieke opinie.” Hiemstra is vooral gespecialiseerd in aansprakelijkheidsrecht. “Ik voer procedures over de toelating van geneesmiddelen, (on)toelaatbare handelspraktijken of productaansprakelijkheid. Ik vind procederen echt leuk, ik vind het mooi om een professioneel gevecht aan te gaan, een standpunt te verdedigen.” Kupecz: “Wat ik leuk vind aan dit werk, en dat is echt uniek aan advocaat zijn in life sciences, is de combinatie. Je moet aandacht hebben voor detail en strategisch zijn. Er zit veel wetenschap in je werk.”
Tijdens de gezamenlijke lunch wijst Seinen enthousiast naar het kantoor van de buren, op dezelfde verdieping. “We kunnen het binnenkort van ze overnemen. Dan gaan er wat muren uit, en hebben we ruimte voor nieuwe collega’s.”
Dit artikel is eerder gepubliceerd in het jongste nummer van Advocatie Magazine. Klik op de cover om het magazine te openen of ga naar de Magazine-pagina. Hier kunt u ook een gratis abonnement aanvragen.