Een advocaat in het ressort Den Haag wilde zijn cliënt – een veelpleger – zo graag behouden, dat hij twee keer vijftig euro op diens rekening stortte. Dit mag gerust ronselen heten, aldus het Hof van Discipline in hoger beroep, en cliënten ronselen is voor advocaten streng verboden.
De Raad van Discipline in Den Haag had de klachten van de veelpleger – die volgens de advocaat zelf om de bedragen zou hebben gevraagd – nog ongegrond verklaard. Volgens de raad houdt het overmaken van kleine bedragen aan een cliënt niet automatisch een schending in van de kernwaarden onafhankelijkheid en integriteit.
Het was de Haagse deken Aarboom-Fuchs die in deze zaak hoger beroep aantekende; volgens haar is honderd euro geen klein bedrag voor een gedetineerde cliënt. Bovendien kan zo’n betaling de schijn wekken dat ‘de advocaat de vrije wil van de cliënt wil beïnvloeden’ of dat een cliënt zich niet meer vrij voelt om toch voor een andere advocaat te kiezen.
Een aardigheidje
Volgens de advocaat zelf is het onder strafrechtadvocaten heel normaal om nu en dan ‘een aardigheidje’ mee te nemen voor een gedetineerde cliënt, ‘vergelijkbaar met een pakje sigaretten’. Dat trucje had hij als stagiair geleerd, handig om cliënten ‘aan je te binden’.
Het Hof van Discipline ziet de betalingen echter als meer dan ‘een aardigheidje’; er is volgens het hof in dit geval wel degelijk sprake geweest van ronselen. ‘Uit het vonnis waarbij klager de ISD-maatregel is opgelegd, blijkt dat klager veroordeeld werd voor de diefstal van een tuinkrukje, geen huisvesting had, verslaafd was aan verschillende middelen en zich veelvuldig schuldig had gemaakt aan vermogensdelicten,’ zo redeneert het hof. ‘Voor iemand in die positie en daarbij gedetineerd, is € 100,- een substantieel bedrag.’
Zodoende vindt het hof wel dat deze advocaat de kernwaarden onafhankelijkheid en integriteit heeft geschonden. Het komt de advocaat op een berisping te staan, zijn tweede tot nog toe.