Algemeen wordt aangenomen dat een overeenkomst bedingen kan bevatten die het einde van de overeenkomst overleven. Dus als de overeenkomst door bijvoorbeeld ontbinding of opzegging wordt beëindigd, leven deze bedingen voort.
Of een beding bedoeld is om het einde van de overeenkomst te overleven kan uit de wet voortvloeien; als dat niet het geval is, hangt het af van de aard en de strekking van het beding, door uitleg te bepalen.
Voor zover de bedoeling niet noodzakelijk uit de aard of strekking van het beding voortvloeit, is het verstandig het beding zó te formuleren dat de beoogde post-contractuele werking buiten twijfel wordt gesteld. Interessante vragen hierbij zijn:
Kun je een beding dat naar zijn aard en strekking het einde van de overeenkomst in beginsel overleeft zodanig beperken dat het alleen tijdens de overeenkomst van toepassing is?
Heeft een partij, die wordt geconfronteerd met een tekortkoming van haar wederpartij en de overeenkomst wil ontbinden, de macht ook de bedingen die in beginsel het einde van de overeenkomst overleven in de ontbinding te betrekken?
In dit webinar krijgt u antwoord op deze vragen, met praktische voorbeelden en tips.
De docent, René Klomp, heeft ervaring als procesadvocaat, raadsheer-plv en docent Burgerlijk procesrecht.
Let op! Dit is een online cursus die beschikbaar wordt gesteld via videoconferentie. Zowel docent als deelnemers nemen deel via PC, laptop of tablet. U ontvangt voorafgaand aan de cursus inloginstructies.