Los van enkele incidenten zijn er geen signalen dat er problemen zijn met de staat van het notariaat. Dit is de strekking van antwoorden van minister Dekker over marktwerking in het notariaat, die Tweede Kamerlid Van Nispen (SP) mede stelde naar aanleiding van het fraudeschandaal bij Pels Rijcken.
Ook verwees Van Nispen voor zijn vragen naar een kritisch artikel in vakblad WNPR van vorig jaar, getiteld ‘Een openbaar ambt op een doodlopende weg?’ Hierin roept auteur A.H.M. Rieter op om eerst uitgebreid onderzoek te doen naar de actuele staat van het notariaat, voordat de KNB een nieuwe koers in zou kunnen slaan. ‘Voor die tijd is elke beleid op drijfzand gebouwd.’
Volgens demissionair minister Sander Dekker zijn zowel het integrale toezicht van het Bureau Financieel Toezicht (BFT) op het notariaat als de audits van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) dik op orde. Over de audits van de KNB schrijft hij: “Waar nodig wordt corrigerend opgetreden, maar de primaire inzet is niet om misstanden of onvolkomenheden op te sporen.”
Die taken zijn voor de toezichthouder, het BFT, waarin volgens Dekker in de afgelopen jaren ‘flink is geïnvesteerd’. Van de 50 fte die het BFT telt, is 15 fte beschikbaar voor het toezicht op de financiën, kwaliteit en integriteit van 3.350 (kandidaat-)notarissen werkzaam bij 785 notariskantoren. “Overigens is bij deze cijfers niet de capaciteit meegenomen voor de afdeling Juridische Zaken/Handhaving en andere medewerkers die ondersteuning verlenen,” aldus Dekker.
Het BFT verricht zijn toezichthoudende taak naar behoren, vindt de minister. Eind 2020 was er bij dertig notarissen een verhoogd risico gesignaleerd; bij negen kantoren was dit op grond van vraagstukken op het gebied van kwaliteit of integriteit. Bij deze kantoren zijn begin dit jaar drie notarissen definitief uit het ambt ontzet. Eind 2019 werd nog bij 37 notariskantoren een verhoogd risico onderkend, schrijft Dekker.
‘Incidenten nooit volledig uit te sluiten’
Echter bestaat er volgens de bewindsman ‘geen toezichtstelsel dat alle incidenten volledig uitsluit’. Inhakend op de fraude gepleegd door Pels Rijcken-notaris Frank Oranje schrijft Dekker dat het ‘nooit te garanderen is dat alle ondertoezichtstaanden alles op orde hebben’.
“Het BFT kan niet garanderen, zoals dat ook voor alle andere toezichthouders geldt, dat iedere misstand aan het licht komt. Om zo effectief en efficiënt mogelijk toezicht te houden zijn er mechanismen in het leven geroepen om de risico’s te beperken.” Overigens zal het BFT in het onderzoek naar de fraude bij Pels Rijcken deze mechanismen wel nog eens onder de loep nemen, aldus Dekker.
Aantal incidenten beperkt
De suggestie van SP’er Van Nispen dat marktwerking in het notariaat door de jaren heen meer incidenten in de hand heeft gewerkt, werpt Dekker verre van zich. “Die zorg deel ik niet,” schrijft Dekker. “Het feit dat er ontzettingen uit het ambt zijn geeft aan dat het tuchtrecht voldoende zelfreinigend vermogen heeft, en dat de beroepsnorm dus actief hoog gehouden wordt. Het aantal incidenten is over het algemeen redelijk constant. Het blijft – zeker tegen de achtergrond van de groeiende omvang van de beroepsgroep – een beperkt aantal.”
Dekker vindt het op dit moment dan ook niet nodig om verder onderzoek te doen naar de staat van het notariaat of om de Wet op het Notarisambt (Wna) te wijzigen, laat staan aan te scherpen. “Het stelsel is door de komst van de marktwerking gemoderniseerd, want klantgerichter en competitiever geworden en de prijzen van de dienstverlening zijn in het algemeen gedaald. De KNB is momenteel bezig met een traject rond de toekomstige beroepsbeoefenaar (future pr(o)of) waarbij onder meer gekeken wordt naar wensen rond aanpassingen van de Wet op het Notarisambt. Ik wil deze ontwikkeling afwachten en ga dan graag met de KNB in gesprek over de wijze waarop invulling kan worden gegeven aan deze wensen.”
Klik hier voor de gehele brief van Dekker