De nabestaanden van oud-notaris en Pels Rijcken-voorzitter Frank Oranje hebben zijn Haagse villa voor 3,4 miljoen euro verkocht. Daarnaast staan twee Amsterdamse appartementen te koop, meldt het FD. Met de opbrengsten moet de tenminste 11 miljoen euro die Oranje verduisterde, worden gecompenseerd.
Voor de verkoop van het onroerend goed was de goedkeuring nodig van het Openbaar Ministerie, schrijft de krant op basis van eigen onderzoek. De opbrengst van de verkochte Villa Ekeby in Den Haag zetten de nabestaanden opzij om later het door Oranje verduisterde bedrag – of een deel ervan – te kunnen vergoeden.
Onlangs werd bekend dat Oranje gedurende een langere periode moet hebben gefraudeerd dan aanvankelijk werd aangenomen; liefst achttien jaar. Ook in overheidsdossiers eigende hij zich – weliswaar relatief bescheiden – bedragen toe.
Pels Rijcken stelde eerder alle gedupeerden te zullen compenseren. Zo heeft de gemeente Den Haag bijvoorbeeld 40.000 euro teruggekregen. Het kantoor wil de gelden verhalen op de nalatenschap van zijn voormalig bestuursvoorzitter. Deloitte is in dat kader nog bezig met het in kaart brengen van de diverse geldstromen.
Ook het Openbaar Ministerie zegt in de krant nog te onderzoeken waar de gestolen en weggesluisde miljoenen zijn gebleven. Het nog deze zomer verwachte onderzoeksrapport van Deloitte moet hierbij helpen. Eerder kwam het onderzoek van het OM op een lager pitje te staan, kort nadat Oranje zichzelf begin november 2020 van het leven beroofde.
Volgens het FD is overigens niet uit te sluiten dat justitie kan overgaan tot strafrechtelijke vervolging van nabestaanden wegens zogenoemd schuldwitwassen. Dit houdt in dat iemand een verdachte heeft geholpen bij witwassen zonder te weten dat geld afkomstig is uit criminele activiteiten, maar dit wel had kúnnen weten. Dit kan al het geval zijn als nabestaanden op een zekere manier hebben geprofiteerd van de door Oranje gepleegde fraude zonder zich te vergewissen van de herkomst van gelden.
Positie landsadvocaat
Intussen zwellen de geluiden aan dat Pels Rijcken na het gebeurde onmogelijk kan blijven fungeren als landsadvocaat van de overheid. Zo toonde emeritus hoogleraar vermogensrecht en privaatrechtsgeschiedenis Gerrit van Maanen zich afgelopen week uiterst kritisch in een opiniestuk in NRC.
“De Staat moet weg als cliënt bij Pels Rijcken,” aldus Van Maanen. “Het zou de normale reactie zijn van iemand die door zijn eigen advocaat of notaris bestolen wordt, om een andere advocaat te zoeken. Al te goed is buurmans gek, zeggen we dan. Maar ook: je doet gewoonweg geen zaken met een kantoor waar gedurende meer dan achttien jaar criminele activiteiten plaatsvonden.”
Tot op heden heeft minister Grapperhaus steeds aangegeven geen reden te zien om te breken met Pels Rijcken als landsadvocaat. “Er zijn geen aanwijzingen dat de betrouwbaarheid van de dienstverlening van Pels Rijcken op dit moment en voor de voorzienbare toekomst onvoldoende is gewaarborgd,” antwoordde hij eerder dit jaar op Kamervragen van de SP. Wel loopt er een onafhankelijk onderzoek door twee hoogleraren naar de vraag of de overheid strengere eisen kan stellen aan de landsadvocaat.
Foto kantoor Pels Rijcken: Hollandse Hoogte / ANP