Onder meer door de fraudezaak bij Pels Rijcken gaat de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) het notariaat strenger controleren. De KNB stelt op zijn website ‘versneld vernieuwingen door te voeren’.
Naast de fraudezaak bij Pels Rijcken, waar wijlen Frank Oranje – de vorige bestuursvoorzitter van het kantoor – als notaris vele jaren miljoenen euro’s vanuit stichtingen via derdengeldenrekeningen naar privérekeningen heeft gesluisd en verduisterd, komen de nieuwe maatregelen ook voort uit aanbevelingen in het ‘Rapport Werkgroep Kwaliteit & Toezicht’ (2019) van de KNB en het BFT.
Annerie Ploumen, notaris en voorzitter van de KNB, stelt dat er momenteel een breed draagvlak is om misstanden zoals de fraudezaak bij Pels Rijcken te bestrijden, en dus ook voor de nieuwe set regels. Volgens haar worden de aanbevelingen uit het rapport versneld opgevolgd omwille van de fraudezaak. “De KNB was al bezig met de implementatie van adviezen uit het rapport van KNB en BFT van 2019,” zegt zij. “Die vernieuwingen schakelen wij nu doelgericht naar een hogere versnelling. Integriteit en vertrouwen vormen de essentie van ons vak. En daarvoor is zelfreinigend vermogen onmisbaar.”
Meer controle
In het kader van de nieuwe regels heeft de KNB alle leden opgeroepen om de opgave van hun nevenfuncties, zoals verplicht, te actualiseren zodat de KNB en het Bureau Financieel Toezicht (BFT) dit kunnen controleren. Hetgeen vanaf nu, door zowel de KNB als het BFT, jaarlijks zal gebeuren. Daarnaast inventariseert de notariële beroepsorganisatie bij de Kamer van Koophandel (KvK) welke notarissen staan geregistreerd als enige bestuurder van stichtingen (zoals in de fraudezaak bij Pels Rijcken het geval was) en dit niet, wederom zoals verplicht, digitaal hebben aangemeld via de KNB bij de Kamer voor het Notariaat; de notariële tuchtrechter. Verder heeft de KNB per 1 april externe regionale vertrouwenspersonen aangesteld. Bij hen kunnen integriteitsvraagstukken en eventuele notariële misstanden worden gemeld.
Derdengelden
Ook gaat de KNB dit jaar aanvullende regels doorvoeren voor het beheer van derdengelden waarvan niet direct duidelijk is wie daar recht op heeft. Boudewijn Waaijer – of counsel bij de Amsterdamse vestiging van Dentons, gewezen notaris en voormalig hoogleraar notarieel recht – adviseert de KNB hierbij. De beroepsorganisatie is tevens in gesprek met het ministerie van Financiën om notarissen sneller en gemakkelijker deze zogenoemde ‘liggende gelden’ te laten storten in de consignatiekas van het ministerie als een notaris na een bepaalde periode geen rechthebbenden op deze gelden heeft kunnen achterhalen. Zo wil de KNB vermijden dat een individuele notaris langdurig zonder nader toezicht over deze gelden beschikt.
Tot slot wil de KNB het toezicht in het notariaat stroomlijnen middels meer digitalisering van het betalingsverkeer van notarissen via hun derdengeldenrekeningen, onder meer door het gebruik van algoritmen. De KNB bespreekt dit met de Nederlandse Vereniging van Banken en het BFT.