Een advocaat zonder benul van de kernwaarden die voor een advocaat gelden, aldus het Hof van Discipline over advocaat/curator Hann Oude Grote Bevelsborg. Die leende geld aan zijn failliete cliënt en werd zelfs aandeelhouder van diens bedrijf. Het hof heeft zijn schorsing omgezet in een schrapping.
De in Breda gevestigde Oude Grote Bevelsborg werkte sinds 2006 geregeld voor een ondernemend echtpaar en hun bedrijven, aanvankelijk vooral in fiscale kwesties en geschillen. Als de ene na de andere onderneming van het stel omvalt, gaat hij al snel verder dan enkel zijn rol als advocaat, zo stelt het Hof van Discipline vast.
Hij begeleidde namelijk niet meer enkel onderhandelingen met de curator over een mogelijke doorstart, maar verstrekte zelf een lening à 25.000 euro aan zijn cliënten om een doorstart te bespoedigen. Later vestigde hij zelf een pandrecht op een van de ondernemingen en werd zelfs medeaandeelhouder.
Zo kon het gebeuren dat hij vanaf 2017 niet alleen namens zijn cliënten en hun vennootschappen een procedure voerde tegen de curator, maar ook namens zichzelf. Overigens werden in eerste aanleg alleen de cliënten veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding, en bleef de ‘advocaat-aandeelhouder’ buiten schot. In hoger beroep veroordeelde het gerechtshof ’s-Hertogenbosch ook Oude Grote Bevelsborg hoofdelijk tot het vergoeden van schade.
Onafhankelijkheid en integriteit aan de kant
De hoogste tuchtrechter bevestigt de constatering van de Raad van Discipline dat Oude Grote Bevelsborg met zijn optreden de advocatenregels aan zijn laars heeft gelapt en zijn onafhankelijkheid en integriteit aan de kant heeft. “In dit geval is sprake van een onaanvaardbare (financiële) verwevenheid, nu verweerder naast advocaat ook als geldverstrekker, cessionaris, pandhouder en aandeelhouder betrokken was bij de cliënt, de cliënte en aan hen gelieerde vennootschappen,” stelt het hof in een uitspraak van 17 mei. “Kennelijk ziet verweerder niet in dat hij door deze verstrengeling zijn beroep als advocaat niet meer onafhankelijk kan uitoefenen, omdat hij een eigen (en substantieel) belang heeft gekregen bij het wel en wee van zijn cliënten.”
Bovendien had Oude Grote Bevelsborg volgens het hof op grond van meerdere red flags juist meer afstand moeten bewaren in plaats van zich te mengen in de bedrijven. Het faillissement van de bedrijven was namelijk aangevraagd op grond van bestuurdersaansprakelijkheid, de failliete cliënt had bijna drie ton aan een van failliete de bv’s onttrokken – en ‘opgesoupeerd’ –, en bovendien reed de cliënt nog rond in een Porsche Cayenne, ook al was hij persoonlijk failliet verklaard en ontving hij formeel geen loon meer. Zijn inkomsten werden echter ‘verwerkt’ in het management fee voor zijn echtgenote.
Als advocaat had Oude Grote Bevelsborg juist vinger aan de pols moeten houden of zijn cliënt zich niet (opnieuw) schuldig zou makken aan fraude, om zo de belangen verdedigd door de curator niet te schaden. Het hof: “Verweerder kan zich niet op vermeende onwetendheid beroepen omdat hij gelet op het voorgaande als gewaarschuwd advocaat heeft te gelden en aldus beter had moeten weten. […] Verweerder heeft met zijn bemoeienissen gefaciliteerd dat de cliënt inkomsten/gelden buiten het zicht van de curator heeft kunnen houden.”
Net als de raad verklaart het hof daarom het volledige dekenbezwaar gegrond. Waar de raad nog 26 weken schorsing oplegde – waarvan de helft voorwaardelijk – gaat het hof over tot schrapping van het tableau. “Verweerder heeft blijk gegeven geen benul te hebben van wat kernwaarden voor een advocaat inhouden,” zo motiveert het hof deze beslissing.
‘Ik ging toch al stoppen’
Oude Grote Bevelsborg laat desgevraagd weten dat hij het inhoudelijk geheel niet eens is met de uitspraak van het hof, maar dat hij toch al van plan was om uit de advocatuur te stappen. Eind 2020 schreef hij zich uit van het tableau. Toch ging hij in hoger beroep tegen de uitspraak van de Raad van Discipline, met het risico dat het hof zwaarder zou straffen.
“Voor mij is dit hele verhaal vooral een voorbeeld van hoe de advocatuur in een mal is gedwongen,” zegt hij. “Voel je je daarin niet thuis, dan rot je maar op. Geen benul van de kernwaarden? Ik ben 32 jaar advocaat geweest en heb al die tijd nooit een toegewezen klacht gehad. Ik ga nu nog enkele jaren verder als jurist. Mijn vervroegde uittreding als advocaat heeft niet zo zeer iets te maken met deze uitspraak; dat loopt door elkaar heen.”