De manier waarop rechtshulpverlener BrandMR haar advocaten op de website weergeeft, is misleidend. Dat heeft de Haagse Raad van Discipline maandag bepaald. Dat de NOvA per 1 januari voorzichtig bijstand door advocaten aan niet-verzekerden gaat toestaan, maakt dit niet anders, aldus de raad.
De Raad van Discipline ’s-Gravenhage besliste maandag op een dekenbezwaar tegen tien advocaten in dienst van SRK Rechtsbijstand in Zoetermeer. In 2019 startte SRK de zusteronderneming BrandMR (‘brandmeester’), met de bedoeling juristen en advocaten ook klanten zonder rechtsbijstandsverzekering te laten bijstaan, tegen vaste tarieven bovendien.
De Haagse deken Van Rijn diende in juni een dekenbezwaar in over de manier waarop de advocaten worden gepresenteerd op de website van BrandMR. Volgens Van Rijn geeft BrandMR in het kader van de Verordening op de advocatuur (Voda) een ‘onjuiste, misleidende of onvolledige voorstelling van zaken’. Zo wordt er volgens hem gesuggereerd dat de advocaten werkzaam zijn bij BrandMR, terwijl ze feitelijk in dienst zijn van SRK. In de algemene voorwaarden komen zinsneden voor als ‘de advocaten […] die BrandMR voor je inschakelt’ en ‘de advocaten van Brandmeester’. Enkele aanpassingen op de website namen zijn bezwaren niet weg. Bovendien is het volgens de nu nog geldende regelgeving verboden dat de advocaten ook niet-verzekerden bijstaan, stelt de deken.
Vrijheid van meningsuiting
Volgens de tien advocaten – allen bijgestaan door oud-deken Germ Kemper – is er niets misleidends aan de website van BrandMR. De naam SRK is er immers ook op te vinden en in de algemene voorwaarden staat dat de advocaten in dienst zijn van SRK. Verder staat meermaals op de website vermeld dat BrandMR later advocaten wil inzetten, omdat dit op dit moment nog niet mogelijk is. De manier waarop zij zich presenteren, valt onder de vrijheid van meningsuiting.
Ook in de tuchtzaak onderstrepen de advocaten bij monde van Kemper nog eens dat het verbod op het bijstaan van niet-verzekerden volgens hen in strijd is met de Mededingingswet. BrandMR trok hiervoor al aan de bel bij de ACM en spande in maart 2020 een rechtszaak aan tegen de Orde van Advocaten (NOvA). “De bewuste onderdelen van de Voda zijn onderhevig aan veranderende marktomstandigheden,” zo staat in het verweer van de advocaten. “BrandMR springt in een gat in de markt.”
Misleidend beeld
De Raad van Discipline legt deze handvol argumenten echter naast zich neer en geeft de deken gelijk: “De presentatie van verweerders op de website van BrandMR geeft een misleidend beeld,” stelt het tuchtcollege. “Een advocaat kan geen onduidelijkheid laten bestaan over de wijze waarop deze aan een kantoor verbonden is. Door de wijze waarop verweerders zich op de website van BrandMR presenteren, wordt de indruk gewekt dat verweerders zaken zouden kunnen behandelen voor cliënten van BrandMR die niet verzekerd zijn […], terwijl zij niet in dienst zijn bij BrandMR en vigerende regelgeving hen niet toestaat die zaken te behandelen. […] Door de huidige presentatie kan (nog steeds) verwarring bij rechtzoekenden ontstaan.”
Van beperking van de vrijheid van meningsuiting is hier volgens de tuchtrechter geen sprake. En zolang de regelgeving nog niet daadwerkelijk is aangepast, moet die worden nageleefd, onderstreept de Raad van Discipline, hierna verwijzend naar het besluit van de NOvA van afgelopen donderdag om per 1 januari 2021 onder voorwaarden rechtshulp door rechtsbijstandsverzekeraars aan niet-verzekerden toe te staan. De aankondiging van dit experiment heeft echter geen invloed op dit oordeel van de raad:“Het gaat namelijk om een tijdelijk experiment dat nog moet gaan plaatsvinden na aanpassing van de Voda, terwijl het bezwaar van de deken betrekking heeft op de huidige presentatie op de website van BrandMR bezien tegen de Voda zoals die nu geldt.”
Hoewel de tuchtrechter het dekenbezwaar gegrond verklaart en de deken om de maatregel van een waarschuwing had gevraagd, legt de raad geen maatregelen op. De tien advocaten hebben namelijk geen tuchtrechtelijk verleden. Ook houdt de raad er op dit punt rekening mee dat de regelgeving op het punt staat te veranderen.
BrandMR: ‘Teleurstellende uitspraak’
Peter Hoitinga, marketingdirecteur van BrandMR, spreekt desgevraagd van ‘een teleurstellende uitspraak’. “Zeker in het licht van het aangekondigde experiment om advocaten in loondienst toe te staan om voor onverzekerde klanten op te treden per 2021.”
Of de site snel wordt aangepast of dat er nog hoger beroep volgt bij het Hof van Discipline, kan Hoitinga nog niet zeggen. “Onze SRK advocaten moeten de uitspraak nog met elkaar bespreken en hun standpunt bepalen. Dat doen ze later deze week.”