Een advocaat wil zijn ex-vrouw, die bijna anderhalve ton van hem tegoed heeft, via de rechter dwingen om een schuldregeling te accepteren. Dat verzoek strookt echter niet met de luxe levensstijl die hij er de laatste jaren op nahoudt, stelt de rechtbank Den Haag.
Volgens een recent, vorige week gepubliceerd vonnis van de Haagse rechtbank heeft de (voormalig) advocaat een totale schuld van zo’n 350.000 euro bij drie schuldeisers. Een van hen is zijn ex-vrouw, die een vordering van ruim 153.000 euro op hem heeft. Het gaat onder meer om niet-betaalde kinderalimentatie, maar ook om betalingen die zij eerder had gedaan aan de andere schuldeisers van haar (ex-)echtgenoot.
Ze gaat dan ook niet akkoord met een voorgestelde schuldregeling, waarbij zij afstand zou moeten doen van een deel van haar vordering. Volgens haar is het vrij te laten bedrag volgens deze regeling berekend op basis van oude gegevens, waarin staat dat haar ex-man een huis huurt. In werkelijkheid woont de ex-advocaat samen met zijn nieuwe partner, in haar huis bovendien.
Kortom: ‘Het aanbod is niet het uiterste waartoe verzoeker financieel in staat is,’ stellen de vrouw en haar advocaat bij de Haagse rechtbank, waar de advocaat probeert af te dwingen dat zij de regeling alsnog accepteert. Want volgens de vrouw heeft haar ex zich in het verleden gepresenteerd als directeur van de onderneming van zijn partner, terwijl zijn salaris op papier amper 1.950 euro bruto bedroeg.
Dat strookt niet met zijn opleidingsniveau en ervaring als zelfstandig advocaat, vindt zijn ex-vrouw. En dan zou hij ook nog eens hebben gelogen dat hij de alimentatie niet kon betalen, terwijl hij op hetzelfde moment wel in een leaseauto ter waarde van 55.000 euro reed, die hij ook privé gebruikte.
Op wintersport en naar Portugal
De rechtbank merkt de luxe levensstijl van de advocaat ook op: hij gaat graag op wintersport en reist geregeld naar Portugal waar de ouders van zijn partner wonen. De rechter bevestigt dan ook dat ‘verzoeker niet aannemelijk heeft gemaakt dat het aanbod het uiterste is waartoe hij financieel in staat moet worden geacht’. Bovendien ging zijn verweer op zitting niet verder dan dat hij ‘geestelijk en lichamelijk niet in staat is om weer als advocaat aan de slag te gaan en om meer inkomen te genereren dan hij op dit moment heeft.’ Zo’n stelling had hij moeten onderbouwen met bijvoorbeeld een doktersverklaring, stelt de rechter.
Verder constateert de rechtbank dat zijn huidige salaris ‘niet op juiste wijze is vastgesteld’ door zijn partner. Volgens de ex-advocaat kan de onderneming hem vanwege een matige omzet niet beter betalen, maar ook dit wordt niet onderbouwd, bijvoorbeeld met jaarcijfers. ‘Een en ander doet de vraag rijzen of verzoeker zich wel in een problematische schuldenpositie bevindt zoals hij zelf stelt,’ aldus de rechter. ‘Door de keuze voor deze dure auto en het privé gebruik daarvan zijn de schuldeisers benadeeld. Het onbetaald laten van de kinderalimentatie is dan ook niet te goeder trouw geschied.’
Kortom: redenen genoeg voor de rechter om de vordering tot ‘het bevelen om in te stemmen met de aangeboden schuldregeling’ af te wijzen.