Een makelaar keek vreemd op toen het advocatenkantoor waar hij al jaren mee werkte opeens een procedure tegen hem startte. Dat had een advocaat van het Noord-Nederlandse kantoor nooit mogen doen, oordeelde de Raad van Discipline. Hij is twintig weken geschorst, waarvan tien weken voorwaardelijk.
De makelaar is verwikkeld geraakt in een geschil over de verkoop van een landbouwbedrijf en zijn te ontvangen provisie. Hiervoor wint hij advies in bij zijn vaste advocatenkantoor. Een andere advocaat van het kantoor stelt namens de verkoper van het bedrijf vervolgens de makelaar aansprakelijk voor eventuele geleden schade, dit als gevolg van verkoop tegen een lagere prijs dan was voorzien.
Hierover klaagt de makelaar bij de deken: hoe kan het immers dat het kantoor waarvan hij zelf al jaren cliënt is opeens tegen hem optreedt? En dat een eerder afgelegde verklaring over de verkoop nu tegen hem wordt gebruikt?
De verweerder in deze zaak stelt dat hij mocht afwijken van de regel die een advocaat verbiedt op te treden tegen een (voormalig) cliënt: de aansprakelijkheidsstelling is volgens hem immers een héél andere zaak. De Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden constateert in een deze week gepubliceerde uitspraak van 20 januari echter dat beide zaken onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.
‘De raad is van oordeel dat verweerder een ernstig tuchtrechtelijk vergrijp heeft begaan door de kernwaarden vertrouwelijkheid en partijdigheid te schenden,’ aldus de beslissing van de tuchtrechter. ‘Daar komt bij dat verweerder al eerder tuchtrechtelijk is berispt. Bovendien heeft verweerder er geen blijk van gegeven inzicht te hebben in het onjuiste van zijn handelwijze.’
Het komt de advocaat op twintig weken schorsing te staan, waarvan tien weken voorwaardelijk.